Schriftgedeelte: Psalm 37 vers 1-11. Wat een wondervolle zaak is het wanneer u een probleem heeft en u een antwoord vindt, wanneer u een moeilijkheid heeft en een uitweg getoond wordt, als u ziek bent en u vindt een geneesmiddel. Welnu, geliefde vrienden, er is in deze verzen een geneesmiddel en het is een viervoudig geneesmiddel. Het is een geneesmiddel tegen deze geest van ontstokenheid[1]. Wat is ontstokenheid? Wel, vele dingen. Het kan zijn dat u terneergeslagen bent, of dat u in moeite bent, of dat u bedroefd bent. Het kan zijn dat u bitter teleurgesteld bent, u bent verslagen. Het kan zijn dat u zich niet goed voelt. Het kan zijn dat uw geest bewogen is. Het kan zijn dat mensen en andere dingen u benauwen. Het kan zijn dat u bergen voor u ziet en u beeft ervoor. Maar een ding is duidelijk: wat ook deze kwaal al dan niet is, u kunt geen enkele rust of enige tevredenheid of enige rustplaats of enig antwoord of enig geneesmiddel vinden. Nu, de Heere gaat hier op dit geval in en het is mogelijk uw geval vanavond. Hijzelf beschrijft het geneesmiddel. Maar het geneesmiddel moet ingenomen worden, of niet? Het kan soms zijn dat de dokter u twee of drie medicijnen tegelijk geeft. Welnu, hier vinden wij vier dingen. Het schijnt mij toe dat deze samengaan. Heel, heel in het kort aangaande deze dingen die u verontrusten: Eerst, vertrouw op den HEERE, in Zijn wonderlijke barmhartigheid en in Zijn gedachtenis aan u. Vertrouw op Zijn getrouwheid. Vertrouw op Zijn belofte. Zou Hij het zeggen en niet doen? Vertrouw op Hem wanneer u Zijn gangen niet kunt zien. Vertrouw op Hem als u uzelf niet vertrouwen kunt. Vertrouw op Hem als u Hem niet kunt nasporen. In de grote belangen van uw ziel, Vertrouw op Zijn krachtdadig bloed, In de zaken betreffende de voorzienigheid: Vertrouwt op Hem te allen tijde, o gij volk; stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. En dan het tweede: En verlustig u in den HEERE. Misschien zeggen sommigen van u: “O Heere, ik zou mij in U willen verlustigen.” Wel, daar zijn we niet altijd. Soms verlustigen wij ons in aardse zaken, of we verlustigen ons in onszelf, of in onze eigen weg, of in de dingen die we bezitten, of in de dingen die we begeren. Maar de Heere gebiedt ons hier om een geheel andere kant op te zien. Niet alleen behoort onze hoop op de Heere te zijn en Hem te vertrouwen, maar ons geluk behoort in de Heere te zijn, ons in Hem te verlustigen. We denken aan dat schone woord (ik weet dat het natuurlijkerwijze was gesproken door Samuël tot Saul): En wiens zal zijn al het gewenste dat in Israël is? Is het niet van u en van het ganse huis uws vaders?[2] Nu dan, zoek genade om u in de Heere te verlustigen. Een van onze gezangen heeft zoiets als: “Laat mij, Zaligmaker, laat mij gevoelen dat al mijn zielsverlustiging in U is.” En dat het derde wellicht in het bijzonder dit is: Wentel uw weg op den HEERE – in nederig geloof, in volkomen afhankelijkheid, in verborgen gebed. Uw weg, wat het ook moge zijn dat zeer zwaar op uw hart drukt, of het uw zonden zijn en uw ziel en de eeuwigheid, of dat het uw gezondheid is, de dingen in uw leven, uw huis, uw gezin, uw zaak, Gods kerk, andere mensen, degenen die u lief heeft, wat het ook is. Hij laat het heel liefelijk in het midden. Uw weg. Wentel uw weg op den HEERE, wat het ook is. En waarom het gaat is dat, als u iets wentelt, u het daar achterlaat. Ik wil niet ondoordacht spreken, maar vaak spreken wij in plaats van over een begrafenis, over een bijzetting[3], dat wil zeggen, wanneer de kist wordt bijgezet in het graf. Het punt is, het wordt daar achtergelaten. Welnu, als u iets toevertrouwt aan een zekere plaats, dan laat u het daar achter. Wentel uw weg op den HEERE. Hij zegt, werp al uw zorg op Mij; Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem, Hij zal het maken. En ten vierde: Berust[4] in de HEERE. Vertrouw op den HEERE; Verlustig u in den HEERE; Wentel uw weg op den HEERE; Berust in de HEERE. Eens zei Gadsby: “Ik kan niet rusten zonder mijn rustplaats.” Maar er is een rustplaats voor het geloof in de verdiensten van de Heere Jezus en in Zijn belofte, in dat vaste Fundament Dat gelegd is voor zondaren. Er blijft dan een rust over voor het volk Gods. Vanzelf, wij gebruiken het woord ‘rust’ op tweeërlei wijze. U kunt zeggen dat deze Bijbel op deze kleine standaard ‘rust’. Dat is inderdaad de plaats, de steun. En vervolgens kunt u zeggen dat een vermoeide man ‘rust’ vond en in slaap viel. Welnu, het is in beide betekenissen. Uw vermoeide ziel begeert rust in Christus te vinden. Er is de steun, vertrouwend, hangend aan, leunend op het Woord. Mochten wij dit viervoudig geneesmiddel kennen voor onze ontstokenheid. [1] In de Statenvertaling staat: ontsteek u niet. Anders: wordt niet gemelijk, kribbig. [2] De Engelse vertaling heeft: Tot wie is al de begeerte van Israël? Zie kanttekening 37 bij 1 Sam. 9:20. [3] In de Engelse taal komt het woord ‘wentelen’ van hetzelfde woord als het woord dat gebruikt wordt voor het bijzetten in of het toevertrouwen van een kist aan het graf. [4] Naar de Engelse vertaling, zie ook kanttekening 10. Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom, op maandag 1 juni 1987.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|