O that the Lord would guide my ways To keep his statutes still! O that my God would grant me grace To know and do his will.
O send thy Spirit down to write Thy law upon my heart! Nor let my tongue indulge deceit, Nor act the liar’s part.
From vanity turn off my eyes; Let no corrupt design, Nor covetous desires, arise Within this soul of mine.
Order my footsteps by thy word, And make my heart sincere; Let sin have no dominion, Lord, But keep my conscience clear.
Make me to walk in thy commands; ’Tis a delightful road; Nor let my head, or heart, or hands, Offend against my God.
Breathing after Holiness -
Ps. 119:5; 29-37; 133
O, dat de Heere mijn wegen wilde richten Om Zijn inzettingen steeds te houden! O, dat mijn God mij genade wilde geven Om Zijn wil te kennen en te doen.
O, zend Uw Geest neder om te schrijven Uw wet op mijn hart! Laat mijn tong geen bedrog toelaten, Noch de rol spelen van de leugenaar.
Wend mijn ogen af van de ijdelheid; Laat geen verdorven ontwerp, Noch gierige begeerten opstaan In deze mijn ziel.
Maak mij gangen vast in Uw Woord, En maak mijn hart oprecht; Laat de zonde niet heersen, Heere, Maar houd mijn geweten zuiver.
Doe mij wandelen in Uw geboden; ’t Is een vermakelijke weg; Laat mijn hoofd, of hart, of handen, Mijn God niet krenken.