Ga weg, ijdele binnendringende wereld; Verlok en kwel mijn hart niet meer; Laat elke ijdelheid verdwijnen; Dan zou ik vrede hebben en alleen zijn.
Laat mij hier mijn geest doorzoeken, Om zijn ware staat trachten te vinden, De verborgen bronnen van mijn overleggingen na te gaan, En mijn woorden en daden na te gaan.
Eeuwigheid, verschrikkelijke klank! Voor schuldige zielen een vreselijke wond; Maar o, wanneer Christus en de hemel de mijne zijn, Hoe zoet en hemels zijn dan de tonen!
Laat dit mijn grote en enige bekommering zijn, Mijn belangrijkste streven, mijn vurig gebed, Een belang te hebben in het bloed van de Zaligmaker, Mijn vergeving verzegeld en vrede met God.
Doorgrond, Heere, o doorgrond mijn hart, Schenk licht, hoop en vrede; Maak mij vrij van schuld en dwaling, Leid mij veilig naar de hemel en naar U.
Vertaling: Pieter Zuidijk
Berijming O, wereld leeg, en zo verward, Verleid, bestrijd niet meer mijn hart; O, lege dingen, ga toch heen, Dan rust ik, en ben ik alleen.
Doorzoek ik wat ik denk en voel, En wat ik daarmee echt bedoel, Dan opent zich geheim beraad, Ontmaskerend mijn woord en daad.
Indringend woord: de eeuwigheid! Wie schuldig is, geraakt in strijd; Maar wie in Christus hoort bij God, Beluistert eeuwig heilgenot.
Dat nu mijn hart alleen maar streeft Naar wat God arme bidders geeft: Te delen in Verlossersbloed, Door vrijspraak vrede zien bij God.
Doorzoek mij grondig en gericht, Zo brengt U vreugde, schenkt U licht; Bevrijd van schuld en maak mij rein, O leid mij om bij U te zijn!