Jesus is precious, says the word; What comfort does this truth afford! And those who in his name believe, With joy this precious truth receive.
To them he is more precious far Than life and all its comforts are; More precious than their daily food; More precious than their vital blood.
Not health, nor wealth, nor sounding fame, Nor earth’s deceitful, empty name, With all its pomp and all its glare, Can with a precious Christ compare.
He’s precious in his precious blood, That pardoning and soul-cleansing flood; He’s precious in his righteousness, That everlasting, heavenly dress.
In every office he sustains, In every victory he gains, In every counsel of his will, He’s precious to his people still.
As they draw near their journey’s end, How precious is their heavenly Friend! And when in death they bow their head, He’s precious on a dying bed.
In glory, Lord, may I be found, And, with thy precious mercy crowned, Join the glad song, and there adore A precious Christ for evermore.
Vertical Divider
Christus is Dierbaar
1 Petrus 2:4, 7; Psalm 73:25
Jezus is dierbaar, zegt het Woord; Welk een troost geeft deze waarheid! En zij die in Zijn naam geloven, Verwelkomen deze dierbare waarheid met vreugde.
Voor hen is Hij veel dierbaarder Dan het leven en al zijn gemakken; Dierbaarder dan hun dagelijks voedsel; Dierbaarder dan hun eigen levensbloed.
Geen gezondheid, noch rijkdom, noch grote vermaardheid, Noch de ijdele, bedrieglijke aardse dingen, Met al zijn pracht en praal, Kan opwegen tegen een dierbare Christus.
Hij is dierbaar in Zijn dierbaar bloed, Die vergevende en ziel reinigende vloed; Hij is dierbaar in Zijn gerechtigheid, Die eeuwige, hemelse mantel.
In elk ambt dat Hij bekleedt, In elke overwinning die Hij behaalt, In alle raad van Zijn wil, Is Hij altijd dierbaar voor Zijn volk.
Als zij nabij het einde van hun reis komen, Hoe dierbaar is hun hemelse Vriend! En als zij hun hoofd buigen in de dood, Is Hij dierbaar op het sterfbed.
Heere, mocht ik in de heerlijkheid gevonden worden, En met Uw dierbare barmhartigheid gekroond, Mij verenigen in het vrolijke lied, en daar Een dierbare Christus voor eeuwig aanbidden.