The Lord will happiness divine On contrite hearts bestow; Then tell me, gracious God, is mine A contrite heart, or no?
I hear, but seem to hear in vain; Insensible as steel; If aught is felt, ’tis only pain, To find I cannot feel.
I sometimes think myself inclined To love thee, if I could; But often find another mind, Averse to all that’s good.
My best desires are faint and few; I fain would strive for more; But when I cry, “My strength renew,” Seem weaker than before.
Thy saints are comforted, I know, And love thy house of prayer; I sometimes go where others go, But find no comfort there.
O make this heart rejoice or ache, Decide this doubt for me; And if it be not broken, break, And heal it if it be.
Vertical Divider
Het verslagen hart
I Thessalonicenzen 5:17
De Heere zal Goddelijke gelukzaligheid Aan verslagen harten schenken; Zeg mij dan, genadige God, is het mijne Een verslagen hart, of niet?
Ik hoor, maar schijn vergeefs te horen; Ongevoelig als staal; Áls er iets wordt gevoeld, is dat alleen de pijn, Van de ontdekking dat ik niet kan voelen.
Ik denk soms van mijzelf dat ik geneigd ben Om U lief te hebben, als ik dat kon; Maar ontdek vaak een ander gemoed, Afkerig van alles wat goed is.
Mijn beste verlangens zijn zwak en weinig; Ik zou graag willen streven naar meer; Maar wanneer ik roep: “Vernieuw mijn kracht,” Lijk ik zwakker dan daarvoor.
Uw heiligen worden vertroost, ik weet het, En hebben Uw huis van gebed lief; Ik ga soms daarheen waar ook anderen heengaan, Maar vind er geen troost.
O, doe dit hart zich verblijden óf pijn lijden, Maak voor mij een eind aan deze twijfel; En als het niet gebroken is, breek het, En genees het als het wel gebroken is.