God werkt op een verborgen wijze Om Zijn wonderen te volvoeren; Zijn voetstappen zijn in de zee, En Hij rijdt op de storm.
In onpeilbaar diepe mijnen Van nooit falende bekwaamheid, Bewaart Hij Zijn wijze voornemens En voert Hij Zijn soevereine wil uit.
Gij bevreesde heiligen, schept nieuwe moed; De wolken die u zo vreest Zijn vol met barmhartigheid, En zullen op uw hoofd in zegeningen openbreken.
Beoordeelt de Heere niet met het zwakke begrip, Maar vertrouwt Hem om Zijn genade; Achter een donker blikkende voorzienigheid Verbergt Hij Zijn vriendelijk aangezicht.
Zijn gedachten zullen snel rijpen, Ontvouwen zich elk uur; De knop moge een bittere smaak hebben, Maar de bloem zal zoet zijn.
Het blinde ongeloof zal zich zeker vergissen, En zal Zijn werk tevergeefs naspeuren; God is Zijn eigen Uitlegger, En Hij zal het verklaren.
Vertaling: Pieter Zuidijk
Berijmd Hoe God Zijn plan gestalte geeft deelt Hij geen schepsel mee. Die wolken als Zijn wagen heeft, Zijn weg is in de zee.
God heeft een grondeloze mijn, van kennis die niet faalt, Hij is het Zelf, Die soeverein En wijs het doel bepaalt.
Angstvallig hart, heb goede moed, de wolken die je vreest, Zijn vol van zegen, mild en goed Voor hoofd en hart en geest.
Vertrouw of Gods barmhartigheid; verwerp die niet in trots, In duistere voorzienigheid Schuilt toch de glimlach Gods.
Gods plannen rijpen in de tijd tot vruchten gaaf en goed, Al is de knop vol bitterheid, De bloem is zeker zoet.
Het ongeloof gaat tastend voort, Heeft op Gods doen geen zicht Hijzelf spreekt het verlossend woord En plaatst Zijn werk in`t licht.