Does the gospel-word proclaim Rest for those who weary be? Then, my soul, put in thy claim; Sure that promise speaks to thee. Marks of grace I cannot show; All polluted is my breast; Yet I weary am, I know, And the weary long for rest.
Burdened with a load of sin; Harassed with tormenting doubt; Hourly conflicts from within; Hourly crosses from without; All my little strength is gone; Sink I must without supply; Sure upon the earth there’s none Can more weary be than I.
In the ark the weary dove Found a welcome resting-place; Thus my spirit longs to prove Rest in Christ, the Ark of grace. Tempest-tossed I long have been, And the flood increases fast; Open, Lord, and take me in, Till the storm be overpast.
Verkondigt het Evangeliewoord Rust voor hen die vermoeid zijn? Stel dan, mijn ziel, uw eis in; Zeker de belofte spreekt tot u. Kenmerken van genade kan ik niet aantonen; Geheel verontreinigd is mijn boezem; Toch ben ik vermoeid, dat weet ik, En de vermoeiden verlangen naar rust.
Belast met een gewicht van zonde; Gekweld met folterende twijfel; Elk uur strijd van binnen; Elk uur kruisen van buiten; Al mijn kleine kracht is vergaan; Zinken moet ik zonder ondersteuning; Zeker, op aarde is er niemand Die vermoeider kan zijn dan ik.
In de ark vond de vermoeide duif Een welkome rustplaats; Zo verlangt mijn ziel om te smaken Rust in Christus, de Ark van genade. Lang werd ik door de storm geteisterd, En de vloed stijgt snel hoger; Doe open, Heere, en neem mij in, Totdat de storm voorbij is.
Vertaling: Ruth Pieterman
Berijming Roept het Evangelie uit: Rust hier, zwerver, bang en moe? Weet, mijn ziel waar dit op duidt: Gods belofte spreekt u toe. Blijk van gunst bemerk ik niet; Schuldig snak ik steeds naar lucht; Ik verdrink in mijn verdriet; Waar is rust? O, hoor mijn zucht.
Zonde rooft mij alle zin; Twijfel drijft me naar het graf; Steeds conflicten binnenin; Steeds het kruis van buitenaf; Mijn geringe kracht verdwijnt; Zinken moet ik zonder steun; Niemand die vermoeider schijnt; Niets meer waar ik nog op leun.
In de ark alleen is rust Waar de duif zo lang naar zocht; Anker zoek ik aan Uw kust, Christus, Rotsgrond, op mijn tocht. Steeds weer schudde mij het tij; Stijgend water van de vloed; Open, Heer’, de Ark voor mij; Tot de storm is uitgewoed.