Welk een verblijdende woorden zijn deze; Wie kan haar zoetheid vertellen? In de tijd en tot in eeuwige dagen, Is het met de rechtvaardigen wel.
In elke staat beveiligd, Bewaard als Jehovah’s oogappel, Het is wel met hen zolang het leven duurt, En het is wel als zij geroepen worden te sterven.
Het is wel als zij Zijn aangezicht zien, Of zinken in het midden van de vloed; Het is wel in het doornige net van smarten, Of op de berg Gods.
Het is wel als het Evangelie Zuivere honing, melk en wijn voortbrengt; Het is wel als uw ziel haar magerheid gevoelt, En al haar vreugdes afnemen.
Het is wel wanneer vreugde ontstaat; Het is wel wanneer smarten stromen; Het is wel wanneer duisternis de lucht bedekt, En sterke verleidingen woeden.
Het is wel als zij aan Zijn troon Worstelen, wenen en bidden; Het is wel als zij aan Zijn voeten zuchten, En bij Hem weer weggaan voorzien van al hun nooddruft.
Het is wel wanneer zij kunnen zingen Als zondaren gekocht met bloed; En als zij treurig zingen, En een Zich verbergend God bewenen.
Het is wel wanneer zij op de berg Zich tegoed doen aan stervende liefde; En naar Gods oordeel zal het net zo wel zijn, Als zij de hitte van de smeltkroes voelen.
Het is wel wanneer Jezus roept, “Sta op uit de aarde en zonde, Verenig u met de menigte van maagdelijke zielen, Tot zaligheid wijsgemaakt.”
Vertaling Pieter Zuidijk
Berijming Hoe heerlijk dit bericht! Wat maakt het toch zo zoet? Op aarde en in eeuwig licht ‘Gaat het rechtvaard’gen goed’.
Zo veilig hun bestaan, Bewaard als in Gods oog, Met voorspoed op hun aardse baan, Tot God roept naar omhoog.
Zo goed als God verschijnt, Al is het in de vloed; Zelfs goed als aardse rust verdwijnt – Bij Hem is alles goed.
Zo goed het Bijbelwoord Als honing, melk en wijn! Zelfs goed als onrust hen verstoort, Als wolk voor zonneschijn.
Zo goed waar vreugde woont En elk verdriet verdampt; Zelfs goed als duisternis zich toont, En mij het kwaad bekampt.
In ‘t strijden aan Zijn troon Met tranen in hun klacht: Zo goed die stem op droeve toon, Met noden in de nacht.
Zo goed hun zondaarslied: Gekocht te zijn door bloed; Het is zelfs goed in hun verdriet Als God hen niet ontmoet.
Zo goed te zien die berg Van Jezus’ stervensuur; Al zijn de vlammen nog zo erg – Beproefd als door het vuur.
Zo goed als God hen haalt, Uit zonde, hiervandaan, Om met de schare zonder tal Verlossing te verstaan.