Hymn 489
Joseph Hart (1712-1768)
Christ’s Ascension
Luke 24. 51-53; Psalm 68. 18
Now for a theme of thankful praise
To tune the stammerer’s tongue; Christians, your hearts and voices raise, And join the joyful song. The Lord’s ascended up on high, Decked with resplendent wounds; While shouts of victory rend the sky, And heaven with joy resounds. See, from the regions of the dead, Through all the ethereal plains, The powers of darkness captive led, The dragon dragged in chains. Ye eternal gates, your leaves unfold! Receive the conquering King; Ye angels, strike your harps of gold; And saints, triumphant sing. Sinners, rejoice! he died for you; For you prepares a place; Sends down his Spirit to guide you through With every gift of grace. His blood, which did your sins atone, For your salvation pleads; And, seated on his Father’s throne, He reigns and intercedes. Vertical Divider
|
Christus’ Hemelvaart
Lukas 24:51-53; Psalm 68:19
Laat ons tot onderwerp voor dankbare lofprijzing opnemen
Die de tong van de stamelaar doet zingen; Christenen, heft uw harten en stemmen op, En zingt mee met het vreugdevolle lied. De Heere is opgevaren in de hoogte, Versierd met glansrijke wonden; Terwijl overwinningskreten de hemel scheuren, En de hemel het met vreugde weerklinkt. Zie, in de gewesten van de dood, Door al de velden van de lucht, Zijn de machten der duisternis gevankelijk gevoerd, En de draak in ketenen weggesleurd. Gij eeuwige poorten, opent uw deuren! Ontvangt de overwinnende Koning; Gij engelen, speelt op uw gouden harpen; En heiligen, zingt zegevierend. Zondaren, verblijdt u! Hij stierf voor u; Hij bereidt een plaats voor u; Hij zendt Zijn Geest neer om u door te leiden Met elke gave van genade. Zijn bloed, die uw zonden verzoend hebben, Dát pleit voor uw zaligheid; En, gezeten op Zijn Vaders troon, Regeert Hij en doet voorspraak. Vertaling: Pieter Zuidijk
Geef aan uw lof een blijde klank.
Wie stamelt, wordt stemvast. Verenig hart en stem in dank Met vreugde die u past. De Heere overstijgt Zijn volk, Hoe glanst Zijn rijke wond; Een zegekreet klinkt van de wolk En zingt de hemel rond. Waar dood zijn grauwe scepter draagt Tot waar de bruidsbloem bloeit, Is waar Hij duisternis verjaagt, Het beest bedwingt en boeit. Dat trap en poort zich nu ontvouwt, Ontvang Die overwint; Kom, engel, speel uw harp van goud. Wees blij, mens, als een kind. Uw plaats kost Hem de hoogste prijs, Geef, zondaar, Hem uw stem; Hij zendt Zijn Geest als Gids op reis, Genade komt van Hem. Hij pleit u vrij, daar waar Hij woont, Zijn bloed verzoent, dus weet Dat Hij nu bij Zijn Vader troont, Regeert en tussentreedt. Berijming: ds. H. Brons
|