Hymn 519
William Gadsby (1773-1844)
Let fall some handfuls
Ruth 2. 16
When Ruth a-gleaning went,
Jehovah was her guide; To Boaz’ field he led her straight, And she became his bride. Jesus my Boaz is; My strength and portion too; His word of grace the precious field, Where I a-gleaning go. O what a heavenly field! What handfuls it contains! What strength and comfort gleaners get, To recompense their pains! Rejoice, ye mourning souls; Ye broken hearts, be strong; The field is ripe for harvest now, And ye shall glean ere long. Ye gleaners, one and all, Let Christ be all your song; He is your strength and portion too, And you to him belong. All blessings he contains; He cannot let you starve; The meanest gleaner in his field, At length shall walk at large. |
Laat van de handvollen wat vallen
Ruth 2:16
Toen Ruth aren op ging lezen,
Was de HEERE haar Leidsman; Hij leidde haar meteen naar Boaz’ veld, En zij werd zijn bruid. Jezus is mijn Boaz; En ook mijn Sterkte en mijn Deel; Zijn Woord van genade is het dierbare veld, Waar ik heenga om op te lezen. O wat een hemels veld! Wat een handvollen bevat het! Welk een kracht en troost krijgen de arenlezers, Om hun moeiten te vergelden! Verheugt u, gij treurende zielen; Gij verbrokenen van hart, weest sterk; Het veld is nu rijp voor de oogst, Binnenkort zult gij oplezen. Gij arenlezers, een ieder, Laat Christus geheel uw lied zijn; Hij is ook uw Kracht en Deel, En u behoort Hem toe. Alle zegeningen zijn in Hem; Hij kan u niet laten verhongeren; De geringste arenlezer op Zijn veld, Zal uiteindelijk overvloed hebben. Vertaling Pieter Zuidijk
Berijming
Toen Ruth uit rapen ging, Ging Isrels God vooruit; Hij leidde haar naar Boaz’ veld En zij werd hem tot bruid. Mijn Boaz, Jezus, Hij Mijn kracht, mijn Deel, mijn Al; Genadewoord Zijn kostbaar veld, Waar ik uit rapen zal. Genade, handenvol! O wat een hemels veld! Voor rapers is er kracht en troost – Hun wond wordt straks hersteld. Verheug u, droeve ziel; Gebroken hart, wees sterk; Het veld is rijp voor oogst en dra Gaat u erop aan ’t werk. Kom, rapers, zing nu elk Van Christus op het veld; Hij is uw Kracht, Hij is uw Deel, U hoort bij deze Held. De zegen is bij Hem; Hij laat u niet vergaan; De minste raper op Zijn veld Zal vrolijk binnengaan. |