Hymn 527

William Gadsby (1773-1844)

The Gospel

Romans 10. 15; Isaiah 52. 7; Romans 1. 16

​What a divine harmonious sound
The gospel-trumpet gives;
No music can with it compare;
The soul that knows it lives.

Ten thousand blessings it contains,
Divinely rich and free,
For helpless, wretched, ruined man,
Though vile and base as we.

It speaks of pardon, full and free,
Through Christ, the Lamb once slain;
Whose blood can cleanse the foulest soul,
And take away all stain.

The vilest sinner out of hell,
Who lives to feel his need,
Is welcome to a Throne of Grace,
The Saviour’s blood to plead.

The Lord delights to hear them cry,
And knock at mercy’s door;
’Tis grace that makes them feel their need,
And pray to him for more.

Nor will he send them empty back,
Nor fright them from the door;
The Father has in Jesus stored
All blessings for the poor.

Terug

Het Evangelie

Romeinen 10:15; Jesaja 52:7; Romeinen 1:16

​Welk een welluidend, goddelijk geluid
Brengt de Evangeliebazuin voort; 
Geen enkele muziek is eraan gelijk;
De ziel die het kent, die leeft. 

Het bevat tienduizend zegeningen,
Goddelijk rijk en om niet,
Voor hulpeloze, ellendige en verloren mensen, 
Zo verachtelijk en laag als wij zijn. 

Het spreekt van vergeving, volkomen en om niet, 
Door Christus, het Lam dat eens geslacht werd;
Wiens bloed de vuilste ziel kan reinigen, 
En alle smet kan wegnemen. 

De helwaardigste zondaar
Die leeft om zijn nood te gevoelen, 
Is welkom aan de troon der genade, 
Om te pleiten op het bloed van de Zaligmaker.

De Heere verblijdt Zich als zij roepen 
En op de deur van de genade kloppen;
Het is genade dat hen hun nood leert gevoelen
En Hem te bidden om meer. 

Hij zal hen niet ledig wegzenden,
Noch hen bij de deur verschrikken zodat zij vlieden;
De Vader heeft in Jezus 
Alle zegeningen voor de armen bewaard. 

Vertaling Pieter Zuidijk

---

Berijming
Hoor, Goddelijk trompetgeluid
Dat blijde boodschap geeft!
Geen aardse toon benadert dat;
Wie hoort, die weet, hij leeft. 

Veel zegening verkondigt het,
Zo hemels, rijk en vrij, 
Voor wie verloren is en arm, 
Zelfs zondig zoals wij. 

Hoor, Christus spreekt volkomen vrij, 
Dat Lam dat is geslacht;
Zijn bloed bevrijdt de dwaze ziel 
En reinigt door Zijn kracht.

De ergste zondaar uit de hel,
Gedreven door zijn nood, 
Is welkom bij Gods troon van gunst – 
Wordt ‘s Heilands heilgenoot. 

De Heer’ verheugt Zich als hij roept
En klopt op ‘s hemelspoort;
Genade geeft gevoel van nood
En bidden om Zijn Woord.

En niemand stuurt Hij ledig weg,
Hij dwingt niet tot vertrek;
De Vader bergt bij Jezus’ troon
Zijn zegen in gebrek.