Hymn 529
William Gadsby (1773-1844)
The Law of the Wise
Proverbs 13. 14; 14. 27
Sweet Jesus! how great is thy love;
Thy mercy and truth know no end; And all that are born from above, Shall find thee a permanent Friend; Dear Saviour, enlighten my eyes, That I may the wonders behold Contained in the law of the wise, Too grand and too great to be told. O what a rich field of delight! How sweet and how fragrant the smell! Its beauties astonish me quite, Nor am I yet able to tell The half of the glory I see In that divine treasure of grace; Sweet wonders are shown unto me, When I behold Jesus’s face. Dear Jesus! thy glories unfold, Nor let me be wanting of sight; O may I with pleasure behold Thy statutes, and in them delight. I want to know nothing beside; Here’s room for my soul to expand; Nor can I be better employed, In Meshech’s discouraging land. |
Des wijzen leer
Spreuken 13:14; 14:27
Zoete Jezus! Hoe groot is Uw liefde;
Uw genade en waarheid hebben geen einde; Allen die van Boven geboren zijn, Zullen U een blijvende Vriend bevinden te zijn; Lieve Zaligmaker, verlicht mijn ogen, Dat ik de wonderen moge aanschouwen Die begrepen zijn in des wijzen leer, Te verheven en te groot om te verhalen. O wat een overvloedig veld van vermaak! Hoe zoet en hoe welriekend de geur! Zijn schoonheden verbazen mij zeer, Ook kan ik nog niet verhalen De helft van de heerlijkheid die ik zie In die goddelijke schat van genade; Zoete wonderen worden aan mij getoond, Als ik Jezus’ aangezicht aanschouw. Lieve Jezus! ontvouw Uw heerlijkheid, Laat het mij dan niet ontbreken aan zicht; O, mocht ik met vreugde aanschouwen Uw inzettingen en mij daarin vermaken. Naast dit wil ik niets anders kennen; Hier is er ruimte voor mijn ziel om zich te ontplooien; Ik kan geen betere bezigheid hebben, In dit ontmoedigende land Mesech. Vertaling Pieter Zuidijk
Berijming
O Jezus, Uw liefde heeft macht, En waarheid en gunst Uw bevel; En wie U herschept door Uw kracht, Vindt in U een Levensgezel; Verlosser, verlicht toch mijn pad, Dan zie ik Uw wonder pas echt; De wet van de wijzen bevat Uw grootheid, zo rein en oprecht. Adembenemend zo rijk! Zo heerlijk doordringend die reuk! Zo mooi dat ik bijna bezwijk! Mijn tong vindt op aarde geen spreuk Die weergeeft Uw heerlijke licht; Genade daalt af van Uw troon; Een hemelglans siert Uw gezicht – Zo toont Zich Gods enige Zoon. Mijn Jezus, Uw glorie is nu, Geef dat ik die nimmermeer mis; Mag ik mij verheugen in U En in Uw gebod, zo gewis. Niets wil ik ooit weten dan dit; Mijn hart ligt verklaard in Uw Woord; Niets anders dat rijkdom bezit In Mesechs zo sombere oord. |