Jesus, the Lord, my Saviour is, My Shepherd, and my God; My light, my strength, my joy, my bliss; And I his grace record.
Whate’er I need in Jesus dwells, And there it dwells for me; ’Tis Christ my earthen vessel fills With treasures rich and free.
Mercy and truth and righteousness, And peace, most richly meet In Jesus Christ, the King of grace, In whom I stand complete.
As through the wilderness I roam, His mercies I’ll proclaim; And when I safely reach my home, I’ll still adore his name.
“Worthy the Lamb,” shall be my song, “For he for me was slain;” And with me all the heavenly throng Shall join, and say, “Amen.”
Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid
Kolossenzen 1:27
Jezus, de Heere, is mijn Heiland, Mijn Herder en mijn God; Mijn licht, mijn sterkte, mijn vreugde, mijn gelukzaligheid; En ik zal Zijn genade vermelden.
Wat ik ook nodig heb, bevindt zich in Jezus, En daar bevindt het zich voor mij; Het is Christus die mijn aarden vat vult Met rijke schatten om niet.
Barmhartigheid en waarheid en rechtvaardigheid, En vrede komen zeer rijkelijk tezamen In Jezus Christus, de Koning der genade, In Wie ik volmaakt ben.
Als ik door de wildernis zwerf, Zal ik Zijn barmhartigheden vermelden; En als ik veilig in mijn thuis aankom, Zal ik nog steeds Zijn naam liefhebben.
“Waardig is het Lam,” zal mijn lied zijn, “Want Hij was voor mij geslacht;” En de gehele hemelse menigte zal zich Met mij verenigen en zeggen, “Amen.”