Hymn 698
William Gadsby (1773-1844)
The Lord is at hand
Philippians 4. 5; Amos 4. 12
Pause, my soul! and ask the question,
Art thou ready to meet God? Am I made a real Christian, Washed in the Redeemer’s blood? Have I union To the church’s living Head? Am I quickened by his Spirit; Live a life of faith and prayer? Trusting wholly to his merit; Casting on him all my care? Daily panting, In his likeness to appear? If my hope on Christ is stayèd, Let him come when he thinks best; O my soul! be not dismayèd, Lean upon his loving breast; He will cheer thee With the smilings of his face. But, if still a total stranger To his precious name and blood, Thou art on the brink of danger; Canst thou face a holy God? Think and tremble, Death is now upon the road. |
De Heere is nabij
Filippenzen 4:5; Amos 4:12
Denk na, mijn ziel! en vraag uzelf af,
Zijt gij bereid om God te ontmoeten? Ben ik een echte Christen gemaakt, Gewassen in het bloed van de Verlosser? Heb ik gemeenschap Met het levende Hoofd van de kerk? Ben ik door Zijn geest levend gemaakt; Leef ik een leven van geloof en gebed? Betrouw ik geheel op Zijn verdienste; Werp ik al mijn zorgen op Hem? Dagelijks dorstend, Om aan Hem gelijk gemaakt te worden? Als mijn hoop op Christus is gebouwd, Laat Hem komen wanneer Hij dat het beste vindt; O mijn ziel, wees niet ontzet, Leun op Zijn liefdevolle borst; Hij zal u verheugen Met Zijn vriendelijk aangezicht. Maar, als u geheel vreemdeling bent Van Zijn dierbare Naam en bloed, Dan bent u op de rand van gevaar; Kunt u een heilig God ontmoeten? Bedenk en beef, De dood is nabij. Vertaling Pieter Zuidijk
Berijming
Wacht, mijn ziel, en laat je vragen Of je voor Gods troon kunt staan; Mag ik Christus’ Naam al dragen, Bracht Zijn bloed mij reinheid aan? Ken ik eenheid Met het levend Hoofd der kerk? Heeft Zijn Geest je kracht gegeven? Ken je door geloof Zijn stem? Is Zijn dood alleen je leven? Werp je al je zorg op Hem? Bid je steeds weer Hem te spieg’len als Zijn beeld? Als je hoop bij Christus ankert: Laat Hem komen op Zijn uur. Zorg, mijn ziel, dat je niet wankelt. Leun op Hem, Hij kocht je duur; Straks verblijdt Hij Met Zijn vriendelijk gelaat. Wie een vreemde is gebleven Van Zijn rijke Naam en bloed, Zorgt niet goed voor eigen leven; Weet dat God je eens ontmoet. Denk en beef dan, Want de dood is onderweg. |