Great God, to thee we come, And solemnly confess, Our hearts are prone to roam From paths of righteousness; We view the year already past, And see great cause to be abashed.
Thy sovereign love and care Thus far have brought us on; ’Midst sins, and woes, and fear Thy goodness is made known. That grace must needs be rich and free, Which saves such worthless worms as we.
We now begin the year, Dependent on thy grace; May we possess thy fear, And often see thy face; Lord, make us daily live by faith, Triumphant over sin and death.
Revive thy work within, And make us watch and pray; Subdue each hateful sin, And guide us in thy way; In Jesus may we live and rest, And sweetly lean upon his breast.
Grote God, wij komen tot U, En belijden plechtig, Onze harten zijn geneigd te dwalen Van het spoor der gerechtigheid; We bezien het jaar dat alweer voorbij is, En zien grote reden om schaamrood te zijn.
Uw soevereine liefde en zorg Hebben ons tot hiertoe geleid; Temidden van zonden, ellenden en vrees Wordt Uw goedheid bekend gemaakt. Die genade moet rijk zijn en om niet, Welke zulke waardeloze wormen als wij zijn redt.
We beginnen nu het jaar, Afhankelijk van Uw genade; Mogen wij Uw vreze bezitten, En menigmaal Uw aangezicht aanschouwen; Heere, laat ons dagelijks uit het geloof leven, Triomferende over zonde en dood.
Uw werk in ons, behoud dat in het leven, En maak ons wakende en biddende; Onderwerp elke hatelijke zonde, Leidt ons op Uw weg; In Jezus mogen wij leven en rusten, En lieflijk op Zijn borst leunen.
Vertaling: Pieter Zuidijk
Berijming Wij komen tot U, Heer’, Hoor wat ik U belijd: Ons hart dwaalt keer op keer Van Uw gerechtigheid. Wanneer wij omzien op dit jaar, Dan schamen wij ons enkel maar.
Uw onverdiende zorg Heeft ons tot hier geleid; In zonde toont U toch Uw goedertierenheid; Alleen genade rijk en vrij Verlost die wormen zoals wij.
Het jaar dat nu begint, Behoeft genadelicht; Maak ons tot U gezind En toon ons Uw gezicht; Geef steeds te leven uit geloof, Verwinnend over kwaad en dood.
Vernieuw ons binnenwerk, Maak waakzaam, geef gebed; Beheers ons kwaad, zo sterk, En leid ons op Uw weg; In Jezus slechts rust ons bestaan, O, laat ons dan naar Hem toegaan.