When the blest day of Pentecost Was fully come, the Holy Ghost Descended from above, Sent by the Father and the Son, To bring immortal blessings down, And shed abroad God’s love.
Sudden a rushing wind they hear; And fiery cloven tongues appear; And sat on every one; Cloven, perhaps, to be a sign, That God no longer would confine His word to Jews alone.
And were these first disciples blessed With heavenly gifts? And shall the rest Be passed unheeded by? What! has the Holy Ghost forgot To quicken souls that Christ has bought, And lets them lifeless lie?
No, thou Almighty Paraclete, Thou shedd’st thy heavenly influence yet, Thou visit’st sinners still; The breath of life, thy quickening flame, Thy power, thy Godhead, still the same, We own, because we feel.
De dag van het Pinksterfeest
Handelingen 2:1-12,17
Toen de gezegende dag van Pinksteren Volledig gekomen was, daalde de Heilige Geest, Nederwaarts van boven, Gezonden door de Vader en de Zoon, Om onsterfelijke zegeningen neder te brengen, En Gods liefde uit te storten.
Plotseling hoorden zij een gedreven wind; En vurige gedeelde tongen verschenen; En zat op een ieder; Gedeeld, misschien om een teken te zijn, Dat God Zijn Woord niet langer Wilde beperken tot de Joden alleen.
En werden deze eerste discipelen gezegend Met hemelse gaven? En zal de rest Achteloos worden voorbijgegaan? Wat! Heeft de Heilige Geest vergeten Zielen levend te maken die Christus gekocht heeft, En hen levenloos laten liggen?
Nee, Gij almachtige Parakleet, Nu stort Gij nog Uw hemelse invloed uit, Gij bezoekt nog steeds zondaren; De Adem des levens, Uw levendmakende Vlam, Uw Kracht, Uw Godheid, nog steeds Dezelfde, Bezitten wij, omdat we het gevoelen.