Hymn 759
John Kent (1766-1843)
He healeth the broken in heart
Psalm 147. 3
Jesus heals the broken-hearted;
O how sweet that sound to me! Once beneath my sin he smarted, Groaned, and bled to set me free. By his sufferings, death, and merits, By his Godhead, blood, and pain, Broken hearts, or wounded spirits, Are at once made whole again. Broken by the law’s loud thunder, To the cross for refuge flee! O’er his pungent sorrows ponder; ’Tis his stripes that healeth thee. Oil and wine to heal and cherish, Jesus still to Israel gives; Nor shall e’er a sinner perish, Who in his dear name believes. In his righteousness confiding, Sheltered safe beneath his wing, Here they find a sure abiding, And of covenant mercy sing. Seek, my soul, no other healing But in Jesus’ balmy blood; He, beneath the Spirit’s sealing, Stands thy great High Priest with God. |
Hij geneest de gebrokenen van hart
Psalm 147:3
Jezus geneest de gebrokenen van hart;
O, hoe zoet klinkt mij dat! Eens heeft Hij onder mijn zonden geleden, Gekreund en gebloed om mij vrij te maken. Door Zijn lijden, dood en verdiensten, Door Zijn Godheid, bloed en pijn, Worden gebroken harten of verwonde zielen, Terstond weer genezen. Gebrokenen door de luide donder van de wet, Vlucht naar het kruis om te schuilen! Bepeinst Zijn bittere smarten; Het zijn Zijn striemen die u genezen. Olie en wijn om te helen en te koesteren, Geeft Jezus nog steeds aan Israël; Ook zal er nooit een zondaar vergaan, Die in Zijn dierbare Naam gelooft. Op Zijn gerechtigheid vertrouwend, Veilig schuilend onder Zijn vleugel, Hier vinden zij een veilige woonplaats, En zingen zij van verbondsgenade. Zoek, mijn ziel, geen andere genezing Dan alleen in Jezus’ geneeskrachtige bloed; Hij, benevens de verzegeling van de Geest, Is uw grote Hogepriester voor God. Vertaling Pieter Zuidijk
Berijming
Jezus heelt gebroken harten, Heerlijk klinkt dat woord voor mij. Hij leed als de Man van smarten Om mijn kwaad en kocht mij vrij Door Zijn lijden, dood, verdiensten, Godheid, bloed en zware pijn – Moede harten, zwakke geesten Die ineens genezen zijn. Donder van de wet verbrijzelt, Naar het kruishout vluchten zij; Zie de Koning in Zijn lijden, Christus’ striemen maken vrij. Wijn en olie, heil en vreugde, Jezus schenkt het als hun Hoofd; Nooit kwam om van wie niet deugde, Mits hij in die Naam gelooft. Zijn gerechtigheid behoedt ze, Vleugel die tot schuilplaats is; Hun ontfermend God begroet ze, Rijk verbondsgetuigenis. Zoek, mijn ziel, niet te genezen Dan door Jezus’ kostbaar bloed; Laat Gods Geest uw Leidsman wezen Tot Zijn priesterwerk bij God. |