There is a period known to God When all his sheep, redeemed by blood, Shall leave the hateful ways of sin, Turn to the fold, and enter in.
At peace with hell, with God at war, In sin’s dark maze they wander far, Indulge their lust, and still go on As far from God as sheep can run.
But see how heaven’s indulgent care Attends their wanderings here and there; Still hard at heel, where’er they stray, With pricking thorns to hedge their way.
When wisdom calls, they stop their ear, And headlong urge the mad career; Judgments nor mercies ne’er can sway Their roving feet to wisdom’s way.
Glory to God, they ne’er shall rove Beyond the limits of his love; Fenced with Jehovah’s shalls and wills, Firm as the everlasting hills.
The appointed time rolls on apace, Not to propose but call by grace; To change the heart, renew the will, And turn the feet to Zion’s hill.
Vertical Divider
Krachtdadige roeping
Psalm 102:14; 110:3; Ezechiël 34:11-16
Er is een bestemde tijd bij God bekend Wanneer al Zijn schapen, gekocht door bloed, De verfoeilijke wegen der zonde zullen verlaten, Zich naar de kudde keren en ingaan.
Vrede met de hel, in oorlog met God, In het duistere doolhof der zonde zwerven zij ver weg, Leven zich uit in hun begeerlijkheden en gaan steeds verder Zo ver van God als schapen kunnen dwalen.
Maar ziet de lankmoedige hemelse zorg Hun omzwervingen overal begeleiden; Die zorg volgt ze op de voet, waar zij ook heengaan, En betuint hun weg met scherpe doornen.
Wanneer de wijsheid roept, stoppen zij hun oren, Zij spoeden voort op hun vermetele levenspad; Oordelen en barmhartigheden kunnen nooit Hun dolende voeten naar de weg der wijsheid leiden.
Ere zij God, zij zullen nooit verder afdwalen Dan de grenzen van Zijn liefde toelaat; Ommuurd met des Heeren Ik zal, Zo vast als de eeuwige heuvelen.
De bestemde tijd komt snel naderbij, Niet om een voorstel te doen, maar door genade te roepen; Om het hart te veranderen en de wil te vernieuwen, En de voeten naar Sions heuvel te wenden.