Hymn 921

​John Kent (1766-1843)

'Ye are all one in Christ'

Gal. 3. 28; Eph. 5. 30
In union with the Lamb,
From condemnation free,
The saints from everlasting were;
And shall for ever be.

In covenant from of old,
The sons of God they were;
The feeblest lamb in Jesus’ fold
Was blessed in Jesus there.

Its bonds shall never break,
Though earth’s old columns bow;
The strong, the tempted, and the weak,
Are one in Jesus now.

When storms or tempests rise,
Or sins your peace assail,
Your hope in Jesus never dies;
’Tis cast within the vail.

Here let the weary rest,
Who love the Saviour’s name;
Though with no sweet enjoyments blessed,
This covenant stands the same.
Vertical Divider

Gij allen zijt één in Christus

Galaten 3:28, Éfeze 5:30
​Verenigd met het Lam,
En van bestraffing vrij,
Zijn zij die Jezus op Zich nam; 
Hij blijft hen zo nabij. 

Gods Kerk was reeds vanouds
In Zijn verbond vervat;
En Jezus zegent zevenvoud
De zwakste van Zijn stal. 

Verbond dat nimmer brak, 
Maar staat, op vaste steen; 
Gods volk, bestreden, sterk of zwak:
Het is in Jezus een. 

Als u  de storm beziet, 
Of ‘t kwaad uw rust verdrijft, 
Dan sterft de hoop in Jezus niet, 
Hoe stil het soms ook blijft. 

Vind hier opnieuw de rust
Die u in Jezus vond;
Ook als uw vreugde lijkt geblust, 
Dan blijft dit vast verbond.
Berijming: ds. H. Brons