Hymn 940
Augustus Montague Toplady (1740-1778)
The chiefest among ten thousand
The Song of Solomon 5. 10
Compared with Christ, in all beside
No comeliness I see; The one thing needful, dearest Lord, Is to be one with thee. The sense of thy expiring love, Into my soul convey; Thyself bestow, for thee alone, My All in all, I pray. Less than thyself will not suffice My comfort to restore; More than thyself I cannot crave, And thou canst give no more. Loved of my God, for him again With love intense I’d burn; Chosen of thee ere time began, I choose thee in return. Whate’er consists not with thy love, O teach me to resign; I’m rich to all the intents of bliss, If thou, O God, art mine. Vertical Divider
|
Hij draagt de banier boven tienduizend [1]
Hooglied 5:10
Vergeleken met Christus zie ik
In alle dingen buiten Hem geen bevalligheid; Het enige nodige, liefste Heere, Is om één met U te zijn. Deel het besef van Uw stervende liefde, In mijn ziel mede; Schenk Uzelf, want om U alleen, Mijn Alles in allen, bid ik. Minder dan Uzelf zal niet voldoende zijn Om mijn troost te herstellen; Meer dan Uzelf kan ik niet begeren, En Gij kunt meer niet schenken. Omdat ik door mijn God ben geliefd, Wil ik voor Hem met vurige liefde branden; Door U verkoren eer de tijd begon, Wederkerig verkies ik U. Wat niet in overeenstemming is met Uw liefde, Ach, leer mij dat alles op te geven; Ik ben in alle opzichten zo rijk als de gelukzaligheid, Als Gij, o God, de Mijne zijt. [1] Volgens de Engelse vertaling: De voornaamste (of: De opperste/ het hoofd) boven tienduizend
Vertaling: Pieter Zuidijk Berijmd
Naast Christus toont, wat overblijft, Niets liefelijks, maar schijn; Wat ik alleen maar nodig heb, Is met U één te zijn. Een liefdesoffer was Uw dood! Geef dat ik daaruit leef; Schenk mij Uzelf, zo bid ik U, Om Wie ik zoveel geef. Alleen Uzelf bent mij genoeg, U troost mij in mijn pijn; Meer dan Uzelf begeer ik niet, Uw gift kan meer nooit zijn. Bemind door God, bemin ik U, Met krachtig liefdesvuur; God koos mij voor de tijd begon, Ik kies voor U dit uur. Wat ooit niet met Uw liefde spoort, Maak daar mijn hart van vrij; Dan erf ik straks Uw hemelrijk, Wanneer U bent van mij. |