Stichting Vrienden van The Gospel Standard
  • Home
  • Hymnen
  • Strict Baptists
    • Brieven en levensbeschrijvingen
    • Historie van The Gospel Standard
    • Meditaties
    • Preken
    • Kerken
  • Webwinkel
  • Over ons
  • Archief
    • Citaten
    • Downloads
    • Nieuws
    • Preken-meditaties bestanden
  • Links
    • Engelstalige sites
    • Engelse Hymns Vianen
    • RuthInterpres
    • Stichting het Braambos

Als stervenden, en ziet, wij leven

17/9/2016

 
Brieven van George Thomas Congreve
Zeer geliefde vrienden,

Wees gegroet! Moge de vrede van God op u rusten. Want gij zijt waardig. Onwaardig in uzelf, maar waardig in Jezus. O, wat is het toch gezegend om dit te mogen voelen!
Ik twijfel er niet aan dat u teleurgesteld bent vanwege het feit dat u niet eerder een brief van mij gehad hebt. Maar, lieve vriend van me, u moet het me wel vergeven en door de vingers zien, want zo vlug als ik begin te schrijven, zo vlug worden de hindernissen vermeerderd. Maar hoe vaak is mijn ziel niet verfrist geworden en heeft mijn ziel zich niet verheugd in de vertroosting die ik heb als ik op deze wijze in contact ben met mijn vrienden in de Heere. Dit is tot nu toe een gezegende en begerenswaardige bezigheid voor mij geweest.
Dit weet de satan ook heel goed. Daarom probeert hij dit te verhinderen en hij kwelt me zoveel hij maar kan. Dit is zo erg, dat ik soms radeloos ben en denk dat ik het maar nooit meer zal wagen om over geestelijke zaken te schrijven.
Een paar dagen geleden pakte een arme vrouw in tranen mijn handen beet en loofde God dat ze enige tijd geleden een van mijn brieven in de Gospel Standard had gelezen. Zij zei dat als dit de gevoelens van een christen waren en ik een christen was, zij dan hoopte en geloofde dat zij ook een christen was. Dit verbrak mijn harde, verdrietige hart. Het bemoedigde mij om mijn haastige besluit terug te nemen en om de zaken in de handen des Heeren over te geven. Ik had hier dus weer een nieuw bewijs dat het voor de Heere niet nodig was om mensen die grote gaven, talenten, geleerdheid en veel licht hebben, of de middelen die de mensen het meest geschikt achten, te gebruiken, om wanneer het Hem genadig behaagt Zijn volk te vertroosten, of Zijn alwijze voornemens uit te werken.

Nee, geloofd zij Zijn lieve, heilige Naam! Hij zal en wil door die instrumenten en middelen werken waarvan wij de minste verwachting hebben. Hierdoor is het des te duidelijker waar die kracht vandaan komt, zodat de trotse, opgeblazen mens vernederd mag worden en Hij hier alleen de eer van krijgt.

Wie had kunnen denken dat slijk het middel zou zijn om het gezicht van de blinde man te herstellen? Wie had kunnen denken dat de God van alle genade en heerlijkheid het voornemen had om die paar arme, ongeleerde vissers tot gezegende apostelen van het Lam te maken, wat vanouds ook al geprofeteerd was? Wie had kunnen denken dat het huisgezin van God, Zijn uitverkorenen, Zijn verloste en Zijn geliefden de arme, verachte en beproefde mensen van deze wereld moesten zijn, als de Schrift dat ons niet bekend gemaakt zou hebben? Er worden slechts heel weinig rijke, wijze en edele gevonden bij dat hoog bevoorrechte gezelschap. Wie had kunnen denken dat de vervolgende Saulus bestemd was om Paulus, de geliefde, te worden?

Wie had meer dan vijftig jaren geleden kunnen denken dat ik, toen mijn lieve vader en moeder hun geliefde eerstgeborene bijna twee weken lang zagen stuiptrekken en toen mijn moeder zeven dagen en nachten onafgebroken heeft moeten waken, gespaard zou worden, opdat ik deze wonderen zou mogen zien? Ja, dat ik zo’n hemelse zegen zou voelen en dat het voor vele getuigen openbaar zou worden dat ik een vat van barmhartigheid ben? Maar de tijd en Almachtige genade hebben laten zien dat het waar is. O, mijn lieve vrienden, mijn hart bloedt en zingt nu met liefde en met lofzangen tot de God van mijn leven en van mijn zaligheid voor Zijn goedertierenheden. Het smelt van heilige verwondering aan Zijn lieve, heilige voeten. Als Hij maar voldoende kracht en genade schenkt, dan voel ik dat ik mijn leven met blijdschap in Zijn dienst zou kunnen besteden en mijn leven voor Hem zou willen slijten. Voor Hem, Die bloedde, kermde en stierf voor mij! Voor mij! O engelen, o verlosten in de heerlijkheid, o heilige Trooster op aarde: kom, geef toch getuigenis aan de oprechtheid van mijn wenende hart!
The sum total of all that He has to bestow;
My soul craves to posess, feel and enjoy below.
De totale som van alles dat Hij mij te geven heeft,
Begeert mijn ziel hier op aarde te bezitten, te gevoelen en te genieten.
Als ik om meer zou vragen dan wat Hem behaagt om mij hier op aarde te geven, dan weet ik dat Hij het mij zal vergeven. Hij zal het mij niet verwijten. Omdat Hij steeds tegen mij zegt dat ik mijn mond wijd open mag doen en Hij mijn mond ook werkelijk vult. Dan voel ik mij bemoedigd om Hem te vragen of ik steeds een levende voorraad mag hebben. Want mijn verlangens zijn bij tijden als een stromende rivier. Alleen de volheid van Hem, Die alles in allen vervult, kan die verlangens bevredigen. Ik voel dat ik alleen maar kan leven als ik mijn diepste klachten en verdriet bij Hem kan uitzuchten. Ik houd ervan om op die manier mijn stervende leven weg te zuchten. Zo leert de Heere mij om dagelijks aan de zonde te sterven en voor God in de geest te leven. Sterven is een moeilijke taak voor de oude natuur. Zo is het ook een moeilijk werk om van een boezemzonde te scheiden en dagelijks aan de zonde te sterven. Steeds de zonde te voelen leven in mijn sterfelijke leden en te voelen hoe die zonde mij elk uur pijnigt, is werk dat nog zwaarder valt. Dit te voelen terwijl er ook inwendig leven is dat nooit zal sterven, wordt door Paulus in de volgende woorden uitgedrukt: Als stervenden, en ziet, wij leven. Dit is inderdaad een zoete en plechtige verrassing! Het is voor degenen die buiten zijn maar een gelijkenis, maar het is aan mijn ziel en aan uw ziel, mijn vriend, duidelijk geopenbaard (vgl. Matth. 13: 10-11). Het is een verborgenheid die geopenbaard is door de Geest. Geloofd zij God, dat Hij mij een natuurlijke èn geestelijke geboorte gegeven heeft. Het is zinloos als we de ene geboorte deelachtig zijn, zonder de andere deelachtig te zijn. Maar als zij samengevoegd zijn, dan is het werkelijk gezegend. Moge de lieve Naam van mijn Heere voor eeuwig aanbeden worden, want Hij heeft mij tot de allerheiligste plaats geroepen, om te leren en te weten wat de geheimen van Zijn liefhebbende hart zijn. Er is geschreven: De verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen (Ps. 25: 14) en voor degenen die op Zijn genade hopen. Mijn ziel heeft de God des hemels lief, mijn ziel dient en vreest Hem en hoopt steeds op Zijn genade. Ik heb Hem lief, omdat Zijn Geest getuigt dat Hij mij eerst heeft liefgehad. Ik heb Hem lief vanwege al de goedertierenheid die Hij mij betoond heeft en, naar ik vertrouw, mij nog betonen zal. Ik dien Hem, omdat Hij mijn hart aan Zich verbonden heeft om dat te doen en omdat ik heb gezien dat Hij tot nog toe zo goed, genadig en ontfermend voor mij geweest is. Ook omdat ik zie en ervaar dat Zijn dienst zoet, heilig, ja een volmaakte vrijheid is. Ik vrees Hem. Niet met een slaafse vrees, maar met een kinderlijke vrees. Niet als een wrede slavendrijver als toen ik nog onder de verschrikkingen van de wet was, maar ik vrees Hem als mijn Heere en Meester, mijn Verlosser en Vriend, onder de banier van Zijn liefde en de Evangeliewet van de vrijheid. En dat met een kinderlijke, heilige vrees die ik van binnen gevoel, opdat ik zo’n lieve, getrouwe Vriend als Hij voor mij is toch niet zou beledigen. Opdat ik toch geen reden zou geven dat Hij Zijn lieflijke aangezicht van mij zou verbergen en zou weigeren om met mij gemeenschap te hebben. Dit weigert Hij geregeld, omdat ik niet anders kan dan tegen Hem te zondigen, wat mijn ziel doet zuchten, omdat ik dan weer belast ben. Dit is de reden dat mijn leven zo is alsof ik voortdurend aan het sterven ben. En toch kan ik niet sterven. Mijn vriend weet goed wat ik bedoel. Daarom vreest mijn ziel om tegen Hem te zondigen. Niet vanwege vrees voor de hel en de pijn, maar vanwege hetgeen ik hiervoor gezegd heb. Omdat ik Hem liefheb en de zonde haat en omdat ik mijzelf haat omdat ik niet kan stoppen met zondigen. Omdat ik mijn waardeloze, stervende leven in een onafgebroken gemeenschap met Hem zou willen besteden, om altijd te leven alsof ik wist dat ik nu zou gaan sterven. Ja, om zo triomferend te sterven als ik voor eeuwig hoop te leven voor de eeuwige troon hierboven.

Ik verwacht niet dat ik aan deze zijde van het graf vrij van de zonde zal zijn. Dat zoek ik ook niet. De Kanaänieten waren in het land overgebleven ten goede van Israël. De zonde heeft ten goede van mij gewerkt, maar voor een deel ook ten kwade. De zonde zal echter eindigen in mijn onsterfelijke goed, zonder enige schade te doen. Geloofd zij God voor deze zoete verzekering. Hoe kwam ik aan die verzekering? Door het verzegelende getuigenis van God de Heilige Geest en de toepassing van het verzoenende bloed van Jezus, dat ik vele malen in mijn geweten heb gevoeld. Hoe weet ik dat dit van God kwam? Door de zoete en gezegende uitwerkingen, waarvan ik gevoel dat die in mijn hart gewerkt zijn. Wat zijn die uitwerkingen? Liefde, vreugde en vrede in de Heilige Geest. Blijft deze verzekering in mijn binnenste? Ja, omdat ik begunstigd ben met de gemeenschap met God door het geloof. Kan er gemeenschap met God genoten worden terwijl er nog schuld blijft liggen op het geweten? Onverzoende zonde en schuld die nog niet is afgewassen door het verzoenende bloed kappen de vleugels van gemeenschap af. Een schuldige, door de zonden belaste en zwaarbeladen ziel kan smeken tot en worstelen met God, maar een levend geloof in beoefening alleen kan zegevieren. Gemeenschap met God kan alleen genoten worden als de verzoenende genade laat zien dat de schuld en zonden aan het kruis genageld zijn en als het handschrift van de wet, dat eens tegen ons was, uitgewist is. Hoe kan ik weten dat ik in het worstelen de overhand krijg bij God, terwijl de Heere vooralsnog vertraagt om de gebeden te verhoren? Wanneer het geloof mij verzekert dat het gezicht zal komen op de tijd die door God Zelf bestemd is en wanneer mijn ziel in staat gesteld is om erop te wachten in hoop en te waken in het gebed. Waarom hoop ik dat ik het leven van God in mijn ziel heb? Omdat ik niet kan leven zonder het goede Woord des Levens te proeven, hanteren en gevoelen. En dat gevoel is een teken van leven. Zo zijn ook het ‘hanteren’ en ‘proeven’ [van het goede Woord Gods] tekenen van leven. Waarom verlang ik ernaar om het goede Woord des Levens zo te proeven, hanteren en te gevoelen? Christus is het goede Woord des Levens. Hij is het Leven van mijn ziel, het Leven van mijn geest, de Vreugde van mijn hart en de Roem van mijn tong. Hij is het Woord van God dat mij levend gemaakt, genezen en vertroost heeft. Ik wil nog meer en nog meer van Hem smaken, omdat ik hiervoor ook al van Hem geproefd heb. Ik zag dat Hij toch zo zoet en dierbaar was voor mijn ziel, dat niets op deze aarde aan Hem gelijk is. Omdat ik met een levende honger naar Hem gevoed ben en een verlangen voelde om op deze wijze gevoed te worden. Ik wil van Hem [een gelovig] gebruik maken, zodat ik meer en meer verzekerd zal worden dat Hij dezelfde Jezus is Die op Golgotha voor mij gestorven is en met Wie ik hierboven hoop te leven en te regeren.  Omdat ik al eerder van Hem [gelovig] gebruik heb gemaakt, werd bewaarheid dat Hij dezelfde Persoon is. Terwijl ik [gelovig] van Hem gebruik heb gemaakt, druipten mijn vingers van zoete en geurige mirre, mijn ingewanden werden ontroerd om Zijnentwil. Mijn hart werd versmolten, verbroken en krank gemaakt van liefde tot mijn Allerliefste.  Ik zou Hem willen gevoelen zoals ik Hem boven hoop te gevoelen. Want ik voelde dat Hij zo dierbaar is dat ik werkelijk denk dat ik nooit tevreden zal zijn totdat ik daar Zijn lieflijke tegenwoordigheid zal genieten, om nooit meer te zondigen. Waarom denk ik dat ik dagelijks aan de zonde sterf, terwijl ik zie dat de zonde nog steeds in mij leeft? Ik sterf dagelijks aan alle hoop dat ik aan deze zijde van het graf vrij zou zijn van de zonde. Ik sterf dagelijks aan alle verwachting om ooit gered te worden van de zonde en ellende en om ooit, in een rechte weg, mijn schuld uitgewist te hebben uit mijn geweten, om zo de vrede van God in mijn hart te doen komen, zonder dat ik werkelijk in mijn hart gevoel dat de Geest de verdiensten en verzoening van Jezus toepast. Ik sterf dagelijks aan de liefde tot de zonde. Net zoals een stervende heilige in het genot van de tegenwoordigheid van zijn Heere op de zonde zou zien. Hij zou verlangen om er voor eeuwig van verlost te zijn, zodat de zonde hem geen verdriet meer zou doen. Ik strijd dagelijks om mijn banden met de zonde los te maken, zoals iemand zou proberen om een slang los te krijgen. Ik verlang er zeer naar dat de zonde haar grip op mij zal verliezen. Ik voel dagelijks de pijnscheuten van stervende zonden in mij, hoewel de zonden nog steeds levend zijn, tot mijn grote kwelling en ellende. Ik voel wel dat de kracht van de zonde, namelijk haar veroordelende kracht, weggenomen is. Want Christus, het Einde der wet, woont in mijn hart, de Hoop der heerlijkheid. Toch sterf ik dagelijks in de zonde, in de ellende die ik voel omdat de zonde nog steeds over mij heerst. Door deze en andere oorzaken die ik niet zal noemen, voel en weet ik dat ik dagelijks aan de zonde sterf, hoewel de zonde nog steeds in mij leeft. En, God is mijn Getuige, wat verlang ik toch meer en meer om een nieuw leven te leiden dat naar de gerechtigheid is. Dat mijn ziel meer en meer vertroost mag worden en mijn lieve, genadige Heere daardoor voor eeuwig zal verheerlijkt worden. Ik ben dood voor de wet als zijnde een verbond der werken. Hoewel ik zo lang aan de zonde aan het sterven ben, leef ik toch in de hoop dat ik eens zal voelen dat de zonde in mij de geest zal geven. Dat zal gebeuren in de doodsjordaan. Dat zal het geval zijn als ik mijn laatste adem uitgeblazen zal hebben. O, met welk een verrukking en verwondering zal ik in de eeuwige omhelzingen van Jezus, mijn Heere vliegen, terwijl mijn rouwende vrienden om mijn waardeloze overschot zullen staan en hier beneden met de zonde blijven worstelen. Mijn hart en ziel smelten nu van vreugde bij deze gezegende overdenking, hoewel de gedachte aan het achterlaten van mijn eigen leven en vlees mijn gevoelens bovenmate verwonden. Laat daarom deze regel op mijn voorhoofd getekend worden: Als stervenden, en ziet, wij leven, want Christus leeft in mij. Om deze reden ben ik altijd overgeleverd aan de dood, opdat mijn geest behouden moge worden in de dag van de Heere Jezus.

Lieve Naam! Hij zal het laatste woord hierover nooit horen wanneer Hij mij verlost zal hebben om nooit meer te zondigen. Wij kennen ten dele. Zegt Paulus. Wat een vermaak had hij in zijn ziel om zo zijn getuigenis af te leggen ter ere van God voor de kerken. Wat een vermaak heb ik in mijn ziel om mijn getuigenis af te leggen ter ere van God voor mijn vrienden, dat het gezang der verlosten in de heerlijkheid de inhoud en de vreugde van mijn hart is. Ik kan getuigen dat ik in een gezegende mate weet wat de vreugde van de hemel is, voordat ik die gelukkige plaats zal bereiken. Alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben. (1 Kor. 13:12).
O, to grace how great a debtor
Daily I’m constrained to be!
Let that grace, Lord, like a fetter,
Bind my wandering heart to Thee.
O, wat ben ik toch verschuldigd aan genade!
Dagelijks word ik gedwongen om van genade te leven!
Laat die genade, Heere, als een ketting,
Mijn afdwalende hart aan U verbinden.
En weer: Als stervenden, en ziet, wij leven. Alsof wij altijd aan het sterven waren en toch leven zullen. Hoe pijnlijk! Hoe benauwend! Hoe verrassend! Inderdaad een waar portret van iemand die enig leven heeft! O, hoe verrassend kwam het mij later voor dat ik in het leven gehouden ben terwijl ik midden in de verschrikkingen van de vlammen van Sinaï lag. Ja, dat ik nog steeds gespaard ben om te zien en te voelen welke wonderen God kan doen. Het is voor mij niet minder verrassend om te gevoelen dat ik in al die jaren niet verteerd ben geworden in de oven van verdrukking, noch door de vlammen van de zonde en van een schuldig geweten, noch door de roede van Zijn hand. Ik ben steeds in het leven behouden om Hem te prijzen. Kom, mijn broeder, ga eens aan de kant en zie dit grote gezicht: een tak van het braambos dat niet verteerd is! O, verborgenheid van alle verborgenheden, heilig en goddelijk! U weet de oorzaak. Het onsterfelijke leven werd in mijn hart gevonden. Mijn ogen baden zich in mijn tranen en mijn ziel bloedt van vreugde bij het horen van dat geluid. Verblijd u, o rechtvaardigen en heb deel aan de vervoering van mijn ziel, want de Heere heeft het gedaan. Vaarwel, mijn lieve broeder, dienstknecht van de allerhoogste God! Vrede zij met u en met uw vrouw en moge de voorspoed al uw werk vergezellen. Mijn ziel, mijn vrouw en al de broeders groeten jullie beiden in de Heere. Door genade gaat het veelal zoals gewoonlijk. Schrijf snel terug. Als stervenden, en ziet, wij leven. Ik ben een mysterie en wonder voor mezelf.

Uw geliefde in de Heere,

George Thomas Congreve.
Bedworth, 6 augustus 1846.
Wat een licht, leven en kracht is er in bovenstaande brief! Wat een gezonde leer, genadige bevinding en levende praktijk! Hoe krachtig, gevoelig en bevindelijk drukt deze lieve man, die nu naar Huis gegaan is, de verlangende begeerten van zijn hart naar gemeenschap met de gezegende Heere uit! En toch: wat een gevoel van inwonende zonde en hulpeloosheid van het schepsel! We mogen deze brief echt wel een kort begrip van levende godzaligheid noemen. O, ik wilde wel dat wij nog meer van zulke levende bevinding in de Kerk van God hadden! Hoe weinigen schijnen in deze dagen van lauwe belijdenis te leven als onze lieve overleden vriend geleefd heeft, die, hoewel gestorven, toch spreekt in zijn brieven.
Red. J. C. Philpot.

Vertaling: Ruben Bolier

Comments are closed.

    Uit het leven

    Aspecten uit het leven van Gods kinderen onder de Strict Baptists in Engeland overgenomen uit hun brieven, geschriften en in memoriams.

    Categorieën

    All
    Brieven
    In Memoriam
    Levensbeschrijving

    RSS Feed

© 2016-2021 Stichting Vrienden van The Gospel Standard  •  bank  ​•   contact  •  cookies  •  privacy  •  meld u ook aan als vriend
  • Home
  • Hymnen
  • Strict Baptists
    • Brieven en levensbeschrijvingen
    • Historie van The Gospel Standard
    • Meditaties
    • Preken
    • Kerken
  • Webwinkel
  • Over ons
  • Archief
    • Citaten
    • Downloads
    • Nieuws
    • Preken-meditaties bestanden
  • Links
    • Engelstalige sites
    • Engelse Hymns Vianen
    • RuthInterpres
    • Stichting het Braambos