Stichting Vrienden van The Gospel Standard
  • Home
  • Hymnen
  • Strict Baptists
    • Brieven en levensbeschrijvingen
    • Historie van The Gospel Standard
    • Meditaties
    • Preken
    • Kerken
  • Webwinkel
  • Over ons
  • Archief
    • Citaten
    • Downloads
    • Nieuws
    • Preken-meditaties bestanden
  • Links
    • Engelstalige sites
    • Engelse Hymns Vianen
    • RuthInterpres
    • Stichting het Braambos

Een brief van G.T. Congreve

15/8/2016

 
Mijn geliefde vriend,

Mijn benauwde ziel groet u in de Heere. Genade, barmhartigheid en vrede zij vermenigvuldigd.

Aangezien mijn gekwelde geest soms een klein beetje verlichting voelt wanneer ik door middel van een brief contact heb met degenen met wie ik een zoete, ernstige en heilige vereniging van de ziel gevoel, sta me dan toe, broeder, dat ik u nog een keer schrijf. Ik hoop dat dit nog een keer het geval mag zijn, als het naar de genadige, heilige wil en het welbehagen van mijn lieve, soevereine Heere is.
Ik dacht eens dat, als ik ooit tot de welgegronde, bevestigde hoop van mijn aandeel in Christus zou komen, dat ik dan nooit meer zou treuren of twijfelen. Maar nu weet mijn ziel wel beter, en zij heeft een getuige. Ik heb veel onfeilbare getuigenissen gehad van de Heere met betrekking tot mijn aandeel in Hem. Ook tot nu toe voel ik vaak zoete bewijzen van Zijn wonderbaarlijke goedertierenheid voor mij. Maar ondanks dit alles is mijn geloof zó zwak en mijn hart zó bedrieglijk, dat zodra Hij het gevoelige genot van Zijn lieflijke tegenwoordigheid van mij terugtrekt, en ophoudt gemeenschap te hebben met deze nietige worm, ik dan achterdocht, twijfel, vrees, jaloersheid en verdachtmakingen voel opkomen in mijn hart. Zo'n gevoelige duisternis en hardheid van het hart volgt er op, en ik ben dan zo gebonden en gevangen in mijn gebeden en overdenkingen, en ik voel zo weinig wil, hart of geneigdheid om te bidden, dat ik niet kan zeggen wat ik van mezelf moet denken. In die tijden voel ik me niet geschikt om een gezelschap van wie dan ook op te zoeken, of om iemand te schrijven, te zien of te spreken, en daar heb ik dan ook geen zin in. Ik zou me dan liever willen verstoppen voor stervelingen, als ik met mijn werk zou kunnen stoppen. Dan zou ik mijn leven in het verborgen kunnen weg treuren, totdat de Heere weer verschijnt en mij het verlangen van mijn hart, [ten minste] gedeeltelijk, nog één keer opnieuw geeft. Want laat Hem mij geven wat Hij wil, mij begunstigen met wat Hij ook wil: steeds blijft mijn ziel wat meer begeren uit Zijn lieve handen. En wanneer Hij mij het meest begunstigt met hetgeen Hem behaagt aan mij te geven, om dan stil te zijn en mij terug te trekken van alle lawaai van de wereld en uit het gezichtsveld van elke sterveling te zijn, past mij nog het best. Mijn lieve vrienden doen er dan goed aan om met hun vriendelijke en dringende uitnodigingen te stoppen, hoewel ik hen daar wel heel erg dankbaar voor ben.
Verder worden de smarten van mijn hart dagelijks alleen maar groter. Zij zijn precies in verhouding met de overvloedige vreugde in mijn ziel, soms heb ik een dubbele mate van die smarten. Hoe hoger ik opstijg in mijn gevoelens, hoe dieper ik daarna in de diepten van ellende en smart wegzink. Ik bid om vermeerdering van het geloof, maar ik krijg een vermeerdering van beproevingen. Angst en smart in mijn geest wachten mij na elke vreugdevolle tijd van gemeenschap met God, ‘uit de diepte van de hel’; de diepten van zonde, schuld en ellende. Hoe vaak staat er al niet in mijn ervaring een ‘nog een keer’ opgetekend! De zonde verwondt mijn hart. Ik zie op het enige Tegengif. Ik treur en ween in hoop. De schuld bevuilt mijn geweten. Ik pleit op de Naam en verdiensten van Jezus, en vlucht naar de fontein van Zijn bloed, en dat met onuitsprekelijk beven, angst, verwachting en verlangen. De ergste ellende buigt mijn zondezieke, belaste, benauwde ziel neer. Ik verlang en beef ervoor om de belofte van Zijn almachtige arm aan te grijpen, om zo de rust in te gaan. Zoals ik hiervoor met hart en mond Zijn grote lof gezongen heb, zo hoopt mijn ziel nog steeds om Hem weer te prijzen. Maar dit bevredigt mij niet. Terwijl mijn harp aan de wilgen gehangen is, antwoordt mijn bedroefde hart: ‘Hoe kan ik het gezang des HEEREN zingen in een vreemd land?’ Mijn Heere vertraagt het verhoren van mijn gebed en mijn ongelovige hart wordt onmiddellijk flauw en vermoeid van zo lang te wachten en uit te zien. Dan antwoordt Hij mij door tegenstrijdigheden en kruisen. Mijn opstandigheid van binnen zegt ertegen: ‘Bid niet meer.’ Maar zo gauw als het ongeloof zijn werk gedaan heeft, doet een groter geworden gewicht van zorgen, schuld, zonde en wee mij opnieuw en opnieuw hardop roepen en treuren, totdat de verdrukking lijdzaamheid werkt (Rom. 5), en ik ertoe gebracht ben om mij te onderwerpen aan de Goddelijke soevereiniteit. Als ik op die manier ertoe gebracht ben om geduldig te waken, bidden en de tijd af te wachten die de Heere bepaald heeft en Zijn rechtvaardige, heilige en lieve wil te verdragen, dan ervaart en leert en voelt en weet en ziet mijn ziel meer en meer van Zijn getrouwheid, lankmoedigheid, goedheid, macht, liefde en barmhartigheid. Zij ziet, voelt en ervaart in meerdere mate de heerlijke wonderen die Zijn genade kan doen, totdat mijn hart en ziel overvloedige hoop, lof en dankzegging heeft aan de voeten van mijn lieve Verlosser, door de kracht van de Heilige Geest, tot lof van Zijn Naam, bij Wie en door Wie ik een verzegelde erfgenaam van de erfenis hierboven ben, en aangenomen ben in de Geliefde. Dan laat Jezus de hemelse dauw van Zijn liefde in mijn ziel druppen. En ik gooi in ruil daarvoor mijn alles voor Zijn voeten neer en ik vlieg in Zijn armen, waar ik ook alle ellenden, teleurstellingen en smarten snel vergoed krijg die ik in het wachten op Hem en Zijn Goddelijke welbehagen heb moeten verduren.

Zo werkt de verdrukking lijdzaamheid, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop, en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is. Mijn broeder, hoe gezegend is het om de waarheid van de ernstige, getrouwe woorden van God door gevoelige ervaring te leren. Wat spoort het weinige dat mij tot nu toe is geleerd mijn verlangende ziel toch nog steeds aan om zo meer en meer te weten over de verborgenheden van het Koninkrijk. O, met welke zoetheid en kracht drupten deze woorden toch in mijn ziel, toen mijn hart op het punt stond om te breken van de heftige verlangens daarnaar, op de andere morgen: Dan zult u kennen, als u vervolgt de Heere te kennen. (vgl. Hos. 6:3). ‘Zal ik kennen, Heere?’ antwoordde ik in tranen. ‘Dan ben ik er zeker van dat U mij bekwaam moet maken om U nog meer te kennen, anders zal ik, met zo’n bedrieglijk hart als ik heb, er zeker van zijn dat ik zal dralen op de weg, en uiteindelijk voor eeuwig om zal komen.’ Al de bitterheden bij elkaar, waarvan ik zeker ben dat die ermee vermengd worden, en die mijn beker zullen vullen in dit zondige, waardeloze leven, kunnen mijn ziel terug doen schrikken van het verlangen naar de hemelse zoetigheden van de liefde en godsdienst van Jezus Christus, mijn Heere, voor Wie ik het verlies van mijn wettische gerechtigheid en al de zogenaamde goedheid en verdiensten geleden heb. Ik reken dat alles, en alle dingen daarnaast, maar als drek, opdat ik Christus mag gewinnen en in Hem gevonden mag worden, bekleed met Zijn gerechtigheid en gewassen in Zijn bloed. Zo word ik, terwijl ik nog hier ben, geschikt gemaakt om voor eeuwig met Hem in de heerlijkheid te leven en te regeren. Mijn gezicht is vaak nat van tranen van vreugde en liefde als ik er aan denk hoe wonderlijk ik me zal voelen en daar zal verschijnen als ik daar eenmaal veilig aangekomen zal zijn, ver bij deze wereld van zonde en wee vandaan, ver van het geweergeschut van satan, om nooit meer te zondigen, nooit geen smart meer te hebben en om met Hem te zijn, Die mijn ziel liefheeft, om naar Zijn gelijkenis te stralen, en dat voor eeuwig.

Mijn lieve vriend, ooit vervloekte ik de dag waarop ik geboren was, en benijdde ik zelfs de redeloze dieren. Maar nu zegent mijn ziel God (soms zelfs door de liefde vervoerd) omdat Hij mij het leven en het bestaan gegeven heeft, en omdat Hij zo’n zoete en dierbare hoop in mijn hart opgesloten heeft.
Wonders of grace to God belong;
Repeat His mercies in your song.
Wonderen van genade behoren aan God toe;
Zing steeds weer van Zijn genade in uw lied.
Laat de lieve, zwakke heiligen van mijn Heere niet verflauwen of ontmoedigd worden omdat zij niet in die mate begunstigd zijn. Zouden zij zo gezegend willen zijn? Dan moeten zij eerst door grote verdrukkingen en angsten van lichaam en geest heen gaan. De jaren van smart, benauwdheid en verdrukking, zowel in de geest als in het lichaam, die ik heb geleden, de verliezen, kruisen, teleurstellingen, bespottingen, hoon, vervolging, harde woorden, verdrukkingen en beproevingen die ik gedragen heb; de jaren van gerustheid in Sion die over mijn hoofd gegaan en weer weggegaan zijn, samen met het verdriet, het bitter berouw, verschrikkingen, vrezen, het treuren, worstelen en geroep om vergeving, vrede en vrijheid. Dat voelde ik voordat deze gunsten weer in mijn ziel werden gebracht! Men moet niet denken dat deze dingen maar kleinigheidjes zijn, en toch ben ik er zeker van dat zij (in mindere of meerdere mate) velen te wachten staan, willen zij ooit gebracht worden tot de ware vrijheid van het Evangelie. Daarom huilt mijn ziel vaak voor de Heere omwille van Zijn lieve Sion. Ik beef, opdat mijn eigen bedrieglijke, verraderlijke, zondige hart niet weer in die staat zal terugzakken. ‘We kunnen de beginselen van de zonde weten, maar wie zal het einde ervan vertellen?’ Wie kan de schrik des Heeren verdragen wanneer Hij opstaat om de zonde te straffen? Wilt U mij overeind houden? Dan zal ik veilig zijn. Maak mij levend en ik zal U aanroepen. Wend mijn gevangenis, breng mijn ziel uit de gevangenis, opdat ik U mag prijzen. Stort Uw Heilige Geest over mij uit, opdat ik meer mag weten, en meer mag voelen, en meer van de verborgenheden van God en Christus, van Zijn wil, liefde, tegenwoordigheid en bloed krachtig mag genieten. Openbaar Uzelf aan mij zoals U Zich niet aan de wereld openbaart, en verberg mij in Uw boezem totdat al mijn smarten, benauwdheden, zorgen en weeën over en voorbijgegaan zijn, en laat mij mezelf en al mijn zaken bij Uw lieve voeten achterlaten en geheel aan Uw genadige, soevereine en wijze beschikking overlaten en dat wij van geen andere wil weten dan die van U. Geef mij licht, leven, zalving en liefde, die voor eeuwig in mijn ziel opspringt, en de kracht om U te prijzen naar het verlangen van mijn hart, zodat ik voorbeeldig mag zijn voor mijn broeders en in leven en sterven Uw getuige mag zijn, in een zoete rust, in vrede en stilte, ja dat ik een monument van genade, liefde en barmhartigheid mag zijn tot Uw onsterfelijke lof en heerlijkheid. Dat Uw Sion heilig vlam mag vatten om de Heere voor eeuwig te zegenen voor de onderscheidende genade, die zo vrij verleend is, zonder geld en zonder prijs. Deze zaken vormen het wezen van het onophoudelijke geroep van mijn ziel, en dat nacht en dag, gedurende mijn waakzame ogenblikken, en tijdens mijn vrije tijd en ik hoop dat dat zo zal zijn totdat mijn stem zal zwijgen in de dood en het gebed van mijn hart veranderd zal zijn in lofprijzingen hierboven. Dan zal ik tevreden zijn, en dat volmaakt. En dat zal ik niet zijn tot dat moment. Loof de Heere.

Als de wereldling en ook de grote hoop van belijders slechts de helft wist van de pijnlijke tegenstrijdigheden en veranderingen die constant door mijn hart heengaan, dan ben ik er zeker van dat zij mij zouden neerzetten als de laagste van alle huichelaars. En als zij dat zouden doen, dan zou het mij bij tijden niets doen, want zij kunnen mij niet zwarter en vuiler voorstellen dan hoe ik mijzelf zie en voel. De Heere is mijn Getuige. En toch is er hoop voor iemand als ik. En mijn ziel wil ook geen ander offer dan het algenoegzame Offer van mijn lieve Heere Jezus Christus, dat geofferd is op Golgotha, naar de oude regels en het eeuwige besluit van Jehovah, en Zijn bepaling en voorkennis en het doel en de raad van Zijn wil zijn volkomen genoegzaam en genoeg voor mij, hoewel ik steeds maar weer opnieuw tegen Hem heb gezondigd. Hij heeft mijn ziel gewillig gemaakt op de dag van Zijn heirkracht om behouden te worden op Zijn Eigen manier en op Zijn Eigen voorwaarden, zoals ik hiervoor al gezegd heb tegen een zeer geliefde broeder. Hij heeft, door de Heilige Geest, steeds maar weer aan mijn geweten de kracht van het verzoenende, reinigende en vergevende bloed van de lieve Verlosser laten voelen. Zodat ik het getuigenis in mij voel dat Hij bekwaam en gewillig is om mij volkomen zalig te maken, en allen die, geleerd en beïnvloed door de Heilige Geest, ooit door Hem tot God zullen komen. Er kan en zal in de gewetens van Zijn tegenstanders, als zij in die staat zullen leven en sterven, een verschrikkelijke verwachting van het oordeel zijn, dat hen met een onuitblusselijk vuur zal verbranden. En toch kan mijn ziel niet vrezen dat dit mijn toestand zal zijn, hoewel ik beef voor anderen. Het besprenkelde bloed van Jezus, dat ik in mijn geweten voel, is een vredig teken voor mij. Terwijl ik dit nu opschrijf, smelt mijn ziel in liefde, verwondering en verbazing.

Maar wat loop ik nu af te dwalen? Vergeef me, mijn broeder, als ik u te lang opgehouden heb. Het gewicht waarmee het soms op mijn ziel gedrukt wordt om te schrijven naar mijn vrienden is groter dan ik kan dragen, zodat ik gedwongen ben om mijn geest wat te verlichten. En wanneer ik vervolgens begin, dan gooit satan zoveel hindernissen op de weg, en dan voel ik mij zo gebonden en gevangen, dat ik vaak mijn papier aan de kant leg en denk dat ik nooit meer zal proberen om te schrijven. Maar het gewicht op mijn ziel wordt dan steeds groter, totdat het mij verplettert. Mijn gebed des geloofs is uit mijn hart tot de Heere om Zijn hulp te vragen, om te vragen of Zijn zegen en zalving het lezen van dat wat geschreven is, mag vergezellen. En zo begin ik, in de kracht en het vertrouwen dat Hij mij geeft. Terwijl ik aan het peinzen ben, begint het vuur te branden en mijn bevende hand en hart gaan dan samen verder. En als het Hem behaagt om hetgeen ik schrijf aangenaam te maken bij degenen aan wie het geschreven is, of wanneer een woord dat in grote zwakheid is opgeschreven door Zijn Eigen macht een lieve bedroefde heilige vertroost, dan is mijn ziel van harte gewillig en dankbaar opdat Hij al de eer zal krijgen.

Daarom zal mijn broeder de vrijheid die ik genomen heb om hem zo te schrijven, wel vergeven, en als hij het voor elkaar kan krijgen om voordat hij teruggaat een dag bij ons te komen, en bij ons ’s avonds te preken, dan zullen wij heel blij zijn. Wij hopen om zo snel als mogelijk is van u te horen welke dag we u kunnen verwachten.

Met mijn vrouw, die een medereiziger is naar het Koninkrijk, en onze beide lieve kinderen, gaat het door genade veelal zoals gewoonlijk. De liefde van ons beiden aan u en Mrs. S.

In de hoop op een heerlijke onsterfelijkheid en een eeuwig leven voorbij het graf,

Ik blijf, de uwe in de Heere,

G. T. Congreve,
Bedworth, 16 april 1846.
De lieve goede man die deze aangename, diep bevindelijke brief schreef, waar een goede reuk vanuit gaat, is gegaan naar het eeuwige genot van die gezegende Heere in Wie hij zo geloofde en Die hij zo liefhad toen hij nog hier beneden was. Hij stierf op vrijdag 26 april, 69 jaren oud, nadat hij een maand ziek was geweest. Gedurende zijn ziekte werd hij op een aangename wijze en bijna onafgebroken begunstigd met de tegenwoordigheid van de Heere.
J. C. Philpot.

Vertaling: Ruben Bolier

Comments are closed.

    Uit het leven

    Aspecten uit het leven van Gods kinderen onder de Strict Baptists in Engeland overgenomen uit hun brieven, geschriften en in memoriams.

    Categorieën

    All
    Brieven
    In Memoriam
    Levensbeschrijving

    RSS Feed

© 2016-2021 Stichting Vrienden van The Gospel Standard  •  bank  ​•   contact  •  cookies  •  privacy  •  meld u ook aan als vriend
  • Home
  • Hymnen
  • Strict Baptists
    • Brieven en levensbeschrijvingen
    • Historie van The Gospel Standard
    • Meditaties
    • Preken
    • Kerken
  • Webwinkel
  • Over ons
  • Archief
    • Citaten
    • Downloads
    • Nieuws
    • Preken-meditaties bestanden
  • Links
    • Engelstalige sites
    • Engelse Hymns Vianen
    • RuthInterpres
    • Stichting het Braambos