Mijn geliefde vriend, Mijn gezondheid is helemaal niet goed, mijn benen zijn zeer ontstoken; onze dokter zegt me dat ik meer rust moet nemen. Hoe zegt het ene geval na het andere dat dit onze rust niet is. Ik vind dikwijls geen rust in de kerk, geen rust temidden van vrienden, nee, en geen rust in mijzelf. Welk een verwoesting en ellende heeft de duivel en de zonde binnen gebracht, en hoe doet de macht der duisternis de arme ziel in tegenspoed bij tijden zinken. Maar wij vergeten vaak dat wij verenigd zijn met een gekruisigde Heere, Die zeide: Maar Ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen en veracht van het volk. En: De versmaadheid heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak. En: Het zijn de wonden waarmede ik geslagen ben in het huis mijner liefhebbers. Indien het Hoofd deze weg ging, zo moeten ook de leden deze weg gaan. Hoe diepgaand heb ik deze beker bij tijden gedronken! Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen. Toen ik vanmorgen naar buiten ging, kwamen deze regels zeer zoet in mijn gedachten: Heere, heb medelijden met verdrevenen, Dit is het pad hetwelk het vlees kruisigt en de ziel vervult met bitterheid; maar één aanraking van Zijn liefde zal de ziel met die alle verzoenen en zal ons ook doen roemen in verdrukkingen. Moge het hart van mijn geliefde vriend gesterkt worden door het geloof in Hem; want ons is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. Ik heb liever mijn smart dan de vreugde van vele belijders; mijn ledigheid dan hun volheid; mijn duisternis dan hun licht en mijn ellende en moeiten dan hun vrede en rust. Hoewel onze beker schijnt gevuld met bitterheid, Maar, mijn geliefde vriend, we moeten in het heiligdom geleid worden om deze dingen juist te verstaan; om gelasterd te worden en aller afschrapsel[1] te zijn en daarin welbehagen te hebben, zie 2 Kor. 12:9,10. Onze Jakob kruist zijn handen in het schenken van Zijn zegeningen; en geloof gelooft tegen hoop op hoop[2], en vertrouwt in tegenstrijdigheden. Daarom is zij uit het geloof, opdat zij zij naar genade, enzovoort. Met christelijke liefde, u toegenegen om de zaak der waarheid, E. Ashdown [1] Kor. 4:13
[2] Rom. 4:18
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
AuteurDe citaten op deze pagina zijn in de vorm van blogs geschreven. Categorie
All
|