James Kidwell Popham (1847-1937) was voor een korte tijd predikant te Liverpool en daarna gedurende meer dan vijftig jaar te Brighton. Ook was hij lange tijd redacteur van “The Gospel Standard” en “The Friendly Companion”. Uit een preek uit 1897 van ds. J.K. Popham spreekt hij over zorgen die de Evangeliebediening met zich meebrengt. Mensen hebben verschillende zorgen – tijdelijke zorgen en geestelijke zorgen en er zijn de zorgen van de Evangeliebediening. U kunt erop rekenen dat, als God een man predikant maakt, Hij legt gewicht op hem. Over het algemeen hebben mensen in de kerk geen idee van dit gewicht, geen bevatting ervan. God legt de Evangeliebediening op een man zodat hij het niet kan afschudden; er is een kracht op hem, wat moet hij dan doen, zulk een samengedrukt, hulpeloos schepsel? Eraan denkend om de strijd des hemels te strijden, of om op te staan tussen God en mensen en te spreken met gezag, hoe zal hij dat moeten doen? Hij heeft een gave. In overeenstemming met de kanttekening staat er in Psalm 55 vers 22: Werp uw gave[1] op den HEERE, en Hij zal u onderhouden. Als een predikant dat niet doen kan, heeft hij genoeg om hem in stukken te breken.
0 Comments
James Kidwell Popham (1847-1937) was voor een korte tijd predikant te Liverpool en daarna gedurende meer dan vijftig jaar te Brighton. Ook was hij lange tijd redacteur van “The Gospel Standard” en “The Friendly Companion”. In The Gospel Standard van februari 1946 stond het volgende citaat van hem vermeld. Ook onze geliefde broeder Paulus[1]
Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en bleef bij hem vijftien dagen (Galaten 1:18). Welk een zoete gemeenschap, welk een gezegende omgang moeten deze twee voorname heiligen en dienstknechten van de allerhoogste God genoten hebben gedurende die vijftien dagen! Met welk een verootmoedigende smart en vreugde zal Petrus zijn roeping hebben verhaald door de stem van de Heere Jezus; zijn gezicht van de heerlijkheid van Christus op de berg der verheerlijking; zijn droevig en verderfelijk zelfvertrouwen; zijn voorzegde val. Vervolgens de onvergelijkelijke liefde van de Heere en Zijn tedere maar krachtdadige zien op hem toen alles verontreinigd was door zijn wrede afval zonder weerga. James Kidwell Popham (1847-1937) was voor een korte tijd predikant te Liverpool en daarna gedurende meer dan vijftig jaar te Brighton. Ook was hij lange tijd redacteur van “The Gospel Standard” en “The Friendly Companion”. Hij gaf in 1909 antwoord op een vraag of predikanten aantekeningen mogen gebruiken op de preekstoel of niet. Voorbereiding voor de preekstoel Het is noodzakelijk voor een ware predikant, om geheel af te hangen van de Geest voor een geopende deur op de preekstoel. Hij is geleerd om het te doen. Hij streeft ernaar om de dingen Gods te spreken, niet met woorden die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. De dingen die zijn hart opgeeft over de Koning[1], die spreekt hij. Naar zijn eigen maat kan hij de vrijmoedige taal van Petrus tot de hogepriester en zijn metgezellen in de vervolging als zijn eigen gebruiken: Want wij kunnen niet laten te spreken hetgeen wij gezien en gehoord hebben (Hand. 4:20). Een ware predikant gelooft vast dat het planten van Paulus en het natmaken van Apollos alleen vrucht kan dragen doordat God de wasdom geeft. Daarom zijn zijn ogen op de Heere om een zegen op zijn prediking, dat hij Christus mag verheffen en het getuigenis van God verklaren met veel vrijmoedigheid in het spreken, niet in beweeglijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht. En de predikant die verwacht zegen op zijn werk te krijgen zonder deze afhankelijkheid, wandelt in de ijdelheid van zijn eigen dwaze hart. James Kidwell Popham (1847-1937) was voor een korte tijd predikant te Liverpool en daarna gedurende meer dan vijftig jaar te Brighton. Ook was hij lange tijd redacteur van “The Gospel Standard” en “The Friendly Companion”. Gedurende de Eerste Wereldoorlog (in 2014 is het honderd jaar geleden dat deze uitbrak) schreef hij enkele brieven naar hen die dienden in het Engelse leger en vochten in België. De zorg die ds. Popham gevoelde voor zijn eigen gemeente maar ook voor de bredere kring van de Gospel Standard gemeenten blijkt duidelijk uit zijn brieven.
Een voorbeeld hiervan vindt u in de volgende brief die geschreven is aan de drie gebroeders Banfield, Arthur Joseph (1892-1965), Marcus Ebenezer (1894-1918) en Herbert Pitt (1895-1992), toen zij in het Engelse leger dienden. Arthur en Herbert bleven gespaard tijdens de oorlog en keerden naar huis terug. Marcus, wiens oorlogsdagboek als een serie verscheen in ”The Friendly Companion” tussen juni 1919 en april 1920, stierf in België op 26 april 1918, 24 jaar oud, als gevolg van verwondingen die hij had gekregen tijdens een gevecht. Hij is begraven op een militaire begraafplaats in België. Herbert werd gedoopt door dominee Popham in maart 1934 en verkozen tot diaken in 1935. Dit ambt heeft hij vervuld tot zijn dood in 1992. James Kidwell Popham (1847-1937) was predikant, (in de lijn van Philpot) binnen de kring van de Strict Baptists, te Liverpool en Brighton, Engeland. Tevens was hij redacteur van “The Gospel Standard” vanaf 1905 en van “The Friendly Companion” vanaf 1919 tot zijn overlijden in 1937.
Op zijn sterfbed sprak hij: “Gelukkig, gelukkig, gelukkig! O, ik kan niet uitdrukken hoe gelukkig ik ben! Vertel aan mijn geliefde volk met mijn diepe liefde, dat mijn zwarte zonden, zo zwart als de grenzen van de hel, alle vergeven zijn. Luther zei: ‘Zeeën, rivieren, oceanen van zwarte zonden’; en mijn zwarte, zwarte zonden zijn alle weggewassen in het dierbare bloed van Christus. ‘Jezus, Liefhebber van mijn ziel, laat mij tot Uw boezem vlieden’.” Zo ging hij liefelijk de eeuwige rust in op 17 juni 1937, in de leeftijd van 90 jaar. In een van zijn vele brieven schreef hij aan een jonge man over het onderscheid tussen ware en valse godsdienst. |
AuteurDe citaten op deze pagina zijn in de vorm van blogs geschreven. Categorie
All
|