Gerald D. Buss werd geboren op 5 februari 1949. Hij werd in januari 1977 uitgezonden om te prediken. Sinds januari 1980 is hij predikant van de “Old Baptist” Chapel te Chippenham, Engeland.
Hoe geven wij uitdrukking aan onze eerbied als we naar de kerk, Gods huis gaan? Hoe hoort het vanbinnen in ons hart te zijn, hoe hoort ons gedrag, hoe onze kleding te zijn? Hierop gaf G.D. Buss het volgende antwoord. Degenen die het meest van God geleerd zijn, zijn degenen die zich het meest bewust zijn van Zijn heiligheid, en zij die het meest in de dienst van God gebruikt zijn, zijn degenen die de diepste oefening hebben om heilig te zijn en niets te doen wat Zijn heilige majesteit zou beledigen. Om maar een paar Schriftplaatsen te noemen: Jakob te Bethel; Mozes, die de schoenen van zijn voeten getrokken had, omdat de plaats waarop hij stond heilig land was; evenzo Jozua buiten Jericho; Jesaja in de tempel; Job in Gods tegenwoordigheid; Daniël, wiens sierlijkheid werd veranderd in een verderving1; en Johannes die op het eiland Patmos als dood aan de voeten van de Zoon des mensen viel. Dezen en vele anderen werden bevende gemaakt in Gods tegenwoordigheid en deze gewichtige ervaringen gaf hun een heilige vreze Gods voor de rest van hun dagen op aarde. Petrus spreekt over de heilige berg waar hij Christus zag, Die van gedaante veranderde. Gerald D. Buss werd geboren op 5 februari 1949. Hij werd in januari 1977 uitgezonden om te prediken binnen de kerken gegroepeerd rond het blad “The Gospel Standard”. Vanaf januari 1980 is hij predikant van de “Old Baptist” Chapel te Chippenham, Engeland.
In “The Gospel Standard” van september 2014 staan enkele zeer lezenswaardige meditatieve gedachten van hem over Cuschi, een getrouwe bode, die tot David werd gezonden om hem mee te delen, dat zijn vijanden overwonnen waren en zijn zoon Absalom gedood was. En Joab zeide tot Cuschi: Ga heen en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt. En Cuschi boog zich voor Joab en liep heen (2 Samuël 18:21). Cuschi verschijnt maar één keer in de geschiedenissen van de Heilige Schrift, maar die ene verschijning is een opmerkelijk voorbeeld van nederige gehoorzaamheid en laat ons een gezegend voorbeeld na van wat Paulus zegt in 1 Thess. 1:3: Het werk des geloofs, en den arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop. De omstandigheden waren zowel van oordeel als van genade. Absalom, de zoon van David, was opgestaan tegen zijn vader en zocht door gewelddadige middelen de troon van hem te nemen. Dit alles was de kastijdende hand van God tegen David, zoals geprofeteerd door Gods dienstknecht Nathan, dat het zwaard niet zou wijken van zijn huis het overige van zijn dagen, vanwege zijn zonde met Bathséba. Ondanks Davids dringende verzoek om zachtheid te betonen, had Joab het einde van Absalom verhaast, daar hij bleef hangen met zijn haar - zijn trots en heerlijkheid - aan een eikenboom. Dus in genade werd de overwinning over Davids vijanden verkregen, maar in oordeel ten koste van het verlies van Absalom uit Davids huiselijke kring, en oneindig meer ernstig, het verlies van zijn onsterfelijke ziel. Geen wonder dat David weeklaagde met die aangrijpende kreet: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon (2 Sam. 18:33)! Hoe anders was zijn treuren om het kind, dat op een kwade wijze ontvangen was, van wie hij zei toen het stierf: Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkomen (2 Sam. 12:23). |
AuteurDe citaten op deze pagina zijn in de vorm van blogs geschreven. Categorie
All
|