Schriftgedeelte: Prediker 11 vers 1-6. Wat is er hier een aanmoediging voor predikanten en onderwijzers op de zondagsschool en ouders! Werp uw brood uit op het water - het goede zaad van het Woord van God - want gij zult het vinden na vele dagen. Wat lezen wij van gevallen waar er geen uitwerking schijnt te zijn, toch heeft het zaad misschien zelfs in de ouderdom vrucht voortgebracht ten eeuwigen leven. Zaai uw zaad in den morgenstond en trek uw hand des avonds niet af. Er is een belofte hier van een gunstige uitslag - soms in iedere gelegenheid, maar indien niet bij elke gelegenheid, als het niet in dit is, dan wel in dat[1]. Maar een predikant, in zijn last en in zijn prediking, is er soms zeker van dat dit voorspoedig zal zijn, maar het is niet zo, maar dat wel. We denken aan dat welbekende geval van William Gadsby, toen hij enkele jongemannen vooraan in de kerk had zitten. Hij dacht: wat het een zegen zou het zijn wanneer de Heere Zich met hen zou inlaten en hen zou toebrengen tot de kerk; en er gebeurde niets. Toen werd hem gevraagd om naar een kleine, kreupele jongen te gaan die stervende was, en deze kleine, kreupele jongen gaf hem zulk een liefelijk verslag van wat de Heere voor hem gedaan had. Het was precies onder die preken die gericht waren geweest op die jonge mannen! Gadsby wist zelfs niet eens dat hij er was; hij had zijn hele leven nooit van hem gehoord. Hij was gewoon om onder de trappen van de galerij te kruipen en daar te luisteren. Want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide tezamen goed zijn zullen. Maar geliefde vrienden, dit gaat niet alleen over prediken en onderwijzen of spreken. Er is een zaaien in gebed. Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Er is een zaaien in de weg van genadige oefening, van last en zorg. Die het zaad draagt dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven. Maar zeker, waar het hier om gaat is de aanmoediging om voort te gaan. Zaai uw zaad in den morgenstond en trek uw hand des avonds niet af. Vanzelf, dit is letterlijk waar. In de morgenstond behoren wij zeker te zaaien in het gebed om hulp van de Heere en leiding en zegen gedurende de dag, en vervolgens ‘s avonds behoren wij onze hand niet af te trekken, dankende de Heere voor Zijn barmhartigheden, dat Hij ons weer een dag doorgeholpen heeft. Maar bovendien, in de morgenstond van het leven: Het is goed voor een man dat hij het juk in zijn jeugd draagt. En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve. Zaai uw zaad in den morgenstond – niet opgeven en niet ophouden, en niet ontmoedigd worden en niet terugkeren - en trek uw hand des avonds niet af. Er is nog een andere kant aan. Als de morgenzon helder schijnt en de dingen gaan goed in uw leven, zaai dan uw zaad in die morgenstond in gebed en in gewijde erkentenis en in dankzegging. Maar als de avond komt, trek uw hand des avonds niet af. De dagen der duisternis … zullen vele zijn. Het is een oproep tot volharding. Het is een oproep tot lijdzaamheid. Het is een oproep om tot het einde toe voort te gaan. In één woord, het is: houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk[2]. Wie op den wind acht geeft, die zal niet maaien. Wij hebben nodig toe te zien om niet afgetrokken te worden door voorzienigheden, verleidingen, droefheden, teleurstellingen. Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien. Daarom - Werp uw brood uit op het water – of het nu is in het onderwijzen of spreken tot kinderen, hetzij het is in de weg van genadige oefening of in de weg van het gebed. Werp uw brood uit op het water. Er is hier een belofte: Gij zult het vinden na vele dagen. En vanzelf, een woord als dit, is geschikt tot aanmoediging op een gebedssamenkomst, maar ook in onze huiselijke gebeden en ook in onze verborgen gebeden. Jezus Christus, uws Vaders Zoon, Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet wat recht wezen zal, of dit of dat en soms is het die aangename verrassing, het is beide: Of dat die beide tezamen goed zijn zullen. Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom op maandag 4 augustus 2014. [1] Zie vers 6: Want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat
[2] Zie 2 Tim. 4:1. Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|