Schriftgedeelte: Handelingen 2 vers 22-47. Er was maar ooit één dag van het pinksterfeest; drieduizend zielen werden met de Heere verenigd op één dag. En het genadige accent ligt hierop, dat het een krachtig, doeltreffend werk van de Heilige Geest was. Eén of twee zaken zijn erg opmerkelijk. Het eerste is dat Simon Petrus was bestemd om deze preek te houden, de preek die meer gezegend is dan enige andere preek. Maar slechts enkele weken tevoren had hij Zijn Heere en Meester, met eedzwering en vervloeking van zichzelf, verloochend. Maar het was hem vergeven; hij was hersteld. Ik denk niet dat u en ik hem uitgekozen zouden hebben om de preek te houden, maar God deed het en God zegende hem. Opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes en niet uit ons. En de tweede zaak (ik wil hier heel voorzichtig spreken), maar de preek van Petrus op de dag van het pinksterfeest lezend, valt het u niet op dat er niets bijzonders aan is, niets bijzonder treffends. Misschien zegt u dat u denkt dat u veel betere preken gelezen hebt. Maar God gebruikte het, en dat is de hele zaak. Opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes en niet uit ons. Welnu, daar zal nooit een andere dag van het pinksterfeest zijn, maar door de eeuwen heen, hier en daar door de jaren heen, heeft de Heilige Geest in zekere mate krachtig gewerkt tot zaligheid in de harten van het volk, en Zijn werk gaat vandaag door, Zijn werk zal doorgaan tot het einde van de tijden. Zondaren doorstoken in hun harten; zondaren die het uitroepen, vragend wat zij moeten doen; zondaren die gezegd worden zich te bekeren en gedoopt te worden en dat hun zonden zouden vergeven worden - niet dat de bekering of de doop de zondaar geschikt maken voor vergeving, of veroorzaken dat hij het verdient, maar het zijn zich bekerende zondaren die, onder de invloed van de Geest, zich wenden tot de Heere Jezus, vertrouwend op Hem, zijnde vergeven zondaren. Het is erg opmerkelijk dat al de drieduizend werden afgesneden en verlost op dezelfde dag, en zij werden dezelfde dag gedoopt. Nu lijken wij daar niet veel meer van te horen. Maar God is soeverein en wij moeten Zijn werk niet beperken. Mochten wij bidden om het werk van de Heilige Geest in ons midden en in onze harten, om zondaren te roepen door genade, om hun berouw te geven, om hen tot Christus te leiden en ons op te bouwen, ons te onderwijzen en ons te bevestigen. En dan lezen wij van de drieduizend: En zij waren volhardende – elk een van hen. Het is zo verschillend met veel moderne evangelisatiecampagnes van de huidige dag. Zij zijn gewoon te zeggen dat, als een van de tien bekeerlingen volhardt, dat dan de campagne succesvol is geweest. Welnu, dit was niet één van de tien; het was hier tien van de tien. Waarom? Omdat het was het werk van de Heilige Geest. En zij waren volhardende, elk een van hen, omdat Hij, Die in hen een goed werk begonnen had, dat voleindigen zou tot op den dag van Jezus Christus. Eén van onze oude predikanten ging langs de straten en daar was een dronken man die in de goot lag. Iemand riep: “Dat is een van uw bekeerlingen”. De oude predikant zei: “Ja, het lijkt precies op mijn werk. Als het Gods werk geweest was, zou hij daar niet liggen.” En zij waren volhardende. Dus hebben wij nodig dit voor onszelf en voor elkaar te bidden; het werk van de Geest, genade om standvastig te blijven. En deze beschrijving van de gemeente van eertijds, deze vier punten - dit is zeker wat de ware voorspoed van de Evangeliekerk is, en zeker behoorden wij hiervoor te bidden: En zij waren volhardende in de leer der apostelen. Dat is geen afwijking van de waarheid zoals geopenbaard in Jezus. In de leer der apostelen, en in de gemeenschap. Gemeenschap is een woord dat vaak lichtvaardig gebruikt wordt, maar het is een zeer, zeer gezegende zaak als die recht gekend en ervaren wordt. En in de gemeenschap, en in de breking des broods. Waarschijnlijk was dit de eerste naam die ooit gegeven is aan des Heeren avondmaal, en vanzelf gebruiken sommige mensen deze uitdrukking vandaag nog. Welnu, het is geheel Schriftuurlijk. En in de breking des broods, en in de gebeden. Misschien verbaast u dat. U zegt, waarvoor hadden zij te bidden? Zij hadden alles; zij hadden de grootste zegen die de wereld ooit gekend heeft. Zij waren volhardende, niet alleen maar in de leer der apostelen, niet alleen maar in de gemeenschap en niet alleen maar in de breking des broods. Zij waren volhardende... in de gebeden. O, mochten wij ook die gebedsgeest hebben. Mochten wij ook volharden in gebed. Want, als het gebed verslapt, als het gebed vermindert, waar is Gods kerk dan? Gebed is onze “noodzakelijke ademtocht”, onze “natuurlijke lucht”. Welnu, hier is veel om voor te bidden, en mocht iets van deze pinksterzegen de onze zijn. Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|