De genadestoel

Schriftgedeelte: Exodus 25 vers 10-22.

Niets was in de tabernakel dierbaarder dan de met bloed besprenkelde genadestoel[1]. Wanneer wij elkander ontmoeten, als we samenkomen voor de eredienst, is het een vergaderen rondom de genadestoel. Onder de oude bedeling was er een dik voorhangsel die het verborg. Het volk had geen toegang. Zij wisten dat de hogepriester eenmaal per jaar naar binnen ging, maar dat dikke voorhangsel sprak van afstand, sprak van scheiding. Toen de dierbare Verlosser stierf, scheurde dat voorhangel in tweeën van boven tot beneden. Nu is er een verse en levende weg geopend tot de genadestoel en zondaren zijn nu welkom.

Mocht er een waar gebed zijn wanneer we samenkomen in Gods huis. Ik geloof dat, als door het dierbare geloof er een gezicht op de genadestoel is, er dan gebed zal zijn. Die genadestoel te zien, besprengd met dierbaar bloed, te zien dat zondaren welkom zijn.

Dat rijke, verzoenende bloed,
Wat, gesprenkeld in het rond, ik zie,
Verschaft hen die tot God komen
Een geheel zegevierende pleitgrond.

Als u dat ziet, zult u bidden.

Een grote verhindering in het gebed wordt gezien in inwonende zonde, hardigheid, droogheid, doodsheid, onvruchtbaarheid, nieuw opgelopen schuld in het geweten, een gevoel van onwaardigheid. Maar als u de met bloed besprengde genadestoel ziet, dan is hier iets dat al deze verhinderingen beantwoordt en ze verwijdert, uit de weg neemt. Daar is een volkomen baat hebbende pleitgrond.

Arme gebeden ontvangen gezegende antwoorden door de genadestoel. Het is een wonderlijke zaak voor mij om op arme gebeden te zien en de gezegende antwoorden te zien die zij ontvangen, te zien dat het alleen door deze genadestoel is, door de kracht van dat dierbare bloed dat tussenbeide komt en door de liefelijke reuk van het heilig wierook die opstijgt. Misschien verlangt u er soms naar dat u beter kon bidden! Welnu, als het in de juiste zin is, is het een goede begeerte - ik bedoel om meer nabijheid, meer toegang, meer gevoelde vrijheid, vereniging en gemeenschap, als nabij geworden door het bloed van Christus. Want gebeden ontvangen nooit antwoorden omdat zij goede gebeden zijn. Het is door de genadestoel, het gesprengde bloed.

Ons wordt gezegd dat de Heere woont tussen de cherubs der heerlijkheid. Hij woont daar. Dat betekent eenvoudig dit – wanneer de zondaar zich tot de genadestoel wendt in tijd van nood, zal er nooit een tijd zijn dat hij gewaar wordt dat de Heere daar niet is. Hij woont tussen de cherubs der heerlijkheid. Daarom dan, dat is een goed gebed voor diegene onder u die gevoelen in duisternis te zijn en een weinig licht wensen, diegene onder u die gevoelen koud te zijn en een weinig warmte wensen: Die tussen de cherubs zit, verschijn blinkende. Het is van tussen de cherubs der heerlijkheid, van de genadestoel, dat God verschijnt, en van nergens elders. Als u ooit stralen van genade en heerlijkheid hebt ontvangen in uw hart, het is van de genadestoel. Als uw hart ooit verwarmd is, als uw ziel ooit verlicht is geworden, het is van de genadestoel. “Verschijn blinkende, Heere”. Wanneer u nu terugziet op wat de Heere gedaan heeft, dan ziet u de waarde van de genadestoel: Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben.

Ik neem aan dat deze genadestoel de gedaante had van een troon en ik meen dat het de hemel afbeeldde. Daar was deze troon der heerlijkheid en aan elke zijde de cherubs. Er was een afbeelding van de hemel hier, de plaats der heerlijkheid, deze troon van God in al zijn majesteit, grootheid en heerlijkheid. Welnu, daar ziet u God, heilig, vol van majesteit. Er is niets bekoorlijks voor een zondaar hier, zou u kunnen denken. Maar o, om de genadestoel te zien en het bloed te zien! Dan kunt u het wagen te gaan tot deze grote, heilige, majesteitelijke God. “Hoewel Zijn majesteit groot is, Zijn genade is niet minder”. Maar de heerlijkheid en de majesteit te zien en de genade te zien!

Ik wil niet veel zeggen over al deze bijzonderheden, alleen dit. U weet dat er een reden is waarom deze afmetingen zo precies gegeven zijn. U weet wat het is. Hier is de ark des verbonds beschreven, de precieze afmetingen ervan. In de ark nu was de Wet des Heeren, de stenen tafelen die Israël gebroken had. Welnu, wat is er met deze genadestoel, deze dierbare genadestoel van louter goud dat met bloed besprengd moest worden? Nu, u ziet dat het volkomen en precies en geheel de ark van God bedekte. Het paste precies, een volkomen bedekking. Dat is het punt van deze afmetingen. Er was niet een kleine ruimte langs de kant waardoor iemand kon kijken en deze tafelen van de Wet die de Israëlieten hadden gebroken, kon zien. Er is een verzoening hier. God ziet neer op zondaren die Zijn heilige Wet hebben verbroken. Hij ziet op hen door Christus, de Genadestoel, en het is een gehele bedekking, een volkomen bedekking. Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.

[1] De King James Version heeft “mercy seat”. Wij volgen hier de Engelse vertaling van wat in de Statenvertaling “verzoendeksel” wordt genoemd. Het woord  genadestoel komt wel in de kanttekeningen voor, zie bijvoorbeeld Romeinen 3:25, kanttekening 51.

Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.