Schriftgedeelte: Filippenzen 2 vers 5-11. Er is hier een liefelijke samenvatting van de Persoon en het werk van Jezus en er lijkt deze heilige nadruk te zijn op Zijn Naam, de Naam van Jezus. Nu, betekent het noemen van de Naam van Jezus ooit iets voor u? Ziet u het wel eens, zingt u het, leest u het en raakt het iets in uw hart? Misschien kunt u niet uitleggen wat het is, maar er is daar iets wat een reactie oproept; er is een bekoring in. Daar is iets wat u begeert en misschien gaat het gepaard met zulk een gevoel van schaamte, schaamte vanwege uw armoedig beantwoorden aan wat de Heere Jezus gedaan heeft. Maar werkelijk, het is het grote punt waarom het gaat in wezenlijke godzaligheid: de Naam van Jezus. Een of twee dingen. Het ene is dit: het is de Naam waarin wij samenkomen. Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, zegt de Heere Jezus. Het is niet alleen het komen tot een dienst; het is niet alleen het komen in de kerk; het is niet alleen het bijwonen van een gebedssamenkomst. Het is in de Naam van Jezus, en dat behoorden wij te bedenken. Moge de Heere het aan u openbaren, want als het niet is in de Naam van Jezus, is het onprofijtelijk. De Naam van Jezus is al de heerlijkheid van de hemel en als wij op de rechte wijze samenkomen, behoorde het hier al onze heerlijkheid te zijn. Welnu, wat heeft de Naam van Jezus te maken met het gebed? Welke betrekking heeft het daarop? Wel, het is een zegevierende pleitgrond. Wij bidden in Jezus’ Naam. Wij beëindigen onze gebeden om Jezus’ wil. Wat betekent het? Dat onze gebeden zwak, arm, onwaardig en zondig zijn. Maar er is een pleitgrond, de grond waarop wij hopen en verwachten gehoord en verhoord te worden: Jezus‘ waardige Naam. Wij zijn onwaardig, maar de Naam van Jezus is waardig, en wij bidden om Jezus’ wil, om gehoord en verhoord te worden op grond hiervan. En wanneer wij recht bidden in Jezus’ Naam, stijgen onze arme gebeden aangenaam op als liefelijk geurig gemaakt met de verdiensten van Zijn Naam en Zijn volbrachte werk. Nu, mochten wij in staat zijn om hierop te smeken. Deze Naam is de grond van onze hoop. Kunt u vanuit een oprecht hart zingen: Daarom laat de Naam van Jezus zijn Nu, dit is het – Omdat al onze hoop daar is? Nu, vond dit weerklank en moest u zeggen, “Al mijn hoop is daar?” De Naam van Jezus is het voorwerp van onze begeerte. Tot Uw Naam is de begeerte onzer ziel. De Naam van Jezus is dierbaar, en als wij een liefelijke hoop hebben dat onze naam geschreven is in de hemel, geschreven op de borst van de Verlosser, hebben wij dan ook niet een liefelijke hoop dat Zijn Naam geschreven is op ons hart? Ik houd van de wijze waarop soms de omschrijving gezongen wordt: Het goede en de weldadigheid al mijn leven[1], Maar onze namen zijn zo onwaardig en toch schaamt de Heere Jezus Zich daarvoor niet. Maar Zijn Naam is zo waardig. En zullen wij beschaamd worden om die Naam, Die het voorwerp van aanbidding in de hemel is? En dit raakt alles. Het raakt uw leven, uw gesprek, uw handel, de woorden die u spreekt, de dingen die u doet, de wijze waarop u zich gedraagt, de wijze waarop u zich kleedt, de plaatsen waarnaar u gaat. U zegt, hoe? Wel, om deze Naam waardiglijk te wandelen. Maakt het u soms beschaamd als u bedenkt de wijze waarop u wandelt aangaande de Naam van Jezus? De wereld en onze kinderen en degene die onbekommerd zijn in de gemeente, oordelen van de heerlijkheid van het Lam door ons. Welnu, zijn wij goede getuigen, of onteren wij Christus? Ik zal u één ding zeggen. Dit kind van God wandelt het meest teder, wandelt het meest waardiglijk, die binnen in zijn boezem die gloed der liefde gevoelt, die liefelijke reuk van de Naam van Christus, dat gevoel van Zijn dierbaarheid. [1] Naar Psalm 23 vers 8 Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|