Schriftgedeelte: 1 Samuël 3. Dit is een van de opmerkelijkste hoofdstukken van het Oude Testament. Het was een tijd van groot kwaad en grote verdorvenheid. Eli’s zonen, de priesters Hofni en Pínehas, waren schuldig aan de grootste zonde en ons wordt gezegd: En het Woord des HEEREN was dierbaar in die dagen; er was geen openbaar gezicht. Ik vat dit zo op dat het betekent, dat er geen profeten door God aangesteld waren en als de Heere sprak dat dit niet in het openbaar was; het was in het verborgene. Maar het was Gods voornemen dat Hij een profeet in Israël zou hebben – een man die een ware zegen voor Zijn volk zou zijn, en de Heere richt die man op en Hij vindt hem in een onverwachte plaats. Hij vindt een kind en dit kind wordt uitgeroepen om een levende getuige te zijn tot het Israël Gods. U bent bekend met de wijze waarop de Heere hem riep. Misschien vraagt u zich af waarom de Heere hem vier keer bij name moest roepen en dat het hem werd toegelaten om naar Eli te blijven lopen. Wel, het schijnt te zijn dat er zelfs hierin een bestraffing voor Eli lag. De Heere ging niet spreken door Zijn oude knecht Eli. Eli was onder Gods bestraffing. Eerder zou een kind gebruikt worden dan Eli. En deze zaak moest op zulk een wijze gedaan worden dat Eli duidelijk zou weten dat het Samuël was die geroepen en Samuël die aangesteld was. Eén zaak die wij aangaande Samuël lezen is: hij kende den HEERE nog niet. Dit is een punt dat dichtbij komt. Samuël was bezig met zovele dingen in de tempel; hij was een getrouw dienaar van Eli; hij was zeer nuttig; hij schijnt zeer gewillig te zijn geweest; het schijnt dat hij Gods tempel liefhad. Maar Samuël kende den HEERE nog niet. Hoe dichtbij kunnen wij komen en toch de Heere niet kennen! En dit is het wezenlijke punt. Als het ons in dit punt ontbreekt, dan ontbreekt ons alles. In het kennen van de Heere is het eeuwige leven, en Samuël had al het andere maar nochtans kende hij de Heere niet. Nu zie toe, degenen onder u die Gods huis liefhebben, die graag naar de diensten komen. Zie toe – mocht uw godsdienst beproefd worden in deze weegschalen: Mijn gekruisigde Jezus te kennen, Dan, ken ik Jezus en Die gekruisigd? Samuël wist niet dat de Heere tot zondaren sprak. Samuël had de stem van de Heere nooit gehoord. Laat ons hierin heel duidelijk zijn: De Heere spreekt inderdaad. Zolang Hij een volk heeft, zolang zal de Heere spreken. Het is een ernstige zaak als wij nooit Zijn stem horen, als de stem van de Heere ons nooit geopenbaard is. De Heere spreekt inderdaad. Mijn schapen horen Mijn stem. Wanneer wij nooit Zijn stem horen, dan zijn wij Zijn schapen niet. Twee zaken aangaande het spreken van de Heere tot Samuël en het spreken van de Heere vandaag. De Heere sprak tot Samuël. Eerst wist Samuël niet dat het de Heere was; hij dacht dat het alleen Eli was. Er zijn soms tijden wanneer de Heere spreekt en wij niet werkelijk onderscheiden dat het Zijn stem is; wij denken dat het alleen Eli is die spreekt. U weet wat ik bedoel - wij denken dat het alleen de predikant op de preekstoel is die spreekt. Er zullen tijden zijn dat de Heere door hem tot uw hart wil spreken. O, om die geest van onderscheid te hebben om te weten wanneer het meer is dan de stem van Eli, meer dan de stem van een predikant; om te weten wanneer het de stem van de Heere is. De andere zaak is: de Heere roept Zijn volk nog steeds bij name. Hij riep Samuël. Het was persoonlijk; het was rechtstreeks. Nu zal de Heere u niet bij uw naam roepen - ik bedoel de naam waarmee u bekend bent bij anderen - maar dit heeft Hij gezegd van al Zijn geliefd volk: Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijne. Bezie het op deze wijze. Wanneer wij allen samenkomen in de kerk, als ik dan iemands naam zou uitroepen, dan zou die ene uitgezonderd worden van alle anderen in de kerk. Nu, dat is de wijze waarop de Heere roept bij name. Als Hij spreekt, kiest Hij die ene persoon uit van al de anderen die in de kerk zitten. Zij zitten allen daar voor de Heere, maar er is er één waar het Woord des Heeren ingaat in het hart. Moge deze oefening in onze harten zijn: Spreek HEERE, want Uw knecht hoort. O, om Samuëls oor te hebben, om te verlangen het Woord des Heeren te horen, om het op te luisteren! En vervolgens draagt de Heere Samuël een werk op. Geheel soeverein, de Heere. Samuël was maar een kind, maar de Heere gebruikte hem. De Heere is geheel soeverein in deze dingen. Maar werkelijk, dit is het begin van Samuëls profetische bediening, en Samuël moest voortgaan, en de eerste boodschap die hij te brengen had is een boodschap van onuitsprekelijke ernst, een van de meest ernstvolle boodschappen van het Oude Testament. Wanneer de Heere u een werk geeft om te doen, als de Heere u een woord geeft om te spreken, zal het meestal iets zijn waarvoor uw vlees huivert. Samuël was bevreesd om het Eli te vertellen. Hoe dikwijls, wanneer de Heere leidt, wanneer de Heere beveelt, is het tegen vlees en bloed, maar o, gehoorzaam te zijn als een dienstknecht van de Heere! Nog kort twee zaken. Vooreerst de boodschap die Samuël te brengen had. Het werd gebracht tot Eli - hij was een godzalige man - en toch was het een zeer ernstvolle boodschap, een boodschap van gericht. Al wie het horen zal, dien zullen zijn beide oren klinken. Het is een ernstvolle boodschap. U zegt: aan welke vreselijke misdaad was Eli, de man Gods, schuldig? Hij scheen een zeer vriendelijke man te zijn. Aan welke zonden was hij schuldig? Wij lezen alleen maar van één gebrek in Eli: hij was verdraagzaam aangaande de zonden van zijn kinderen. Hij was gewillig om Hanna te berispen, maar hij zag de zonden van zijn kinderen door de vingers - hij was vriendelijk voor hen - en hij ontving een van de meest ernstvolle berispingen van enig kind van God in de Schrift. De Heere legt zulk een bijzondere nadruk op het grootbrengen van onze gezinnen in de vreze Gods en onze gezinnen wel te regeren, en een zaak als deze doet ons beven. O, genade om zo te wandelen! Er ligt hier zoveel in. Heeft u opgemerkt, dat de ene zaak waar de Heilige Geest op aandringt in een predikant en ook in een godzalige diaken[1], het precies deze zaak is - dat zij hun eigen huis wel regeren moeten? En Eli bleef in gebreke in deze ene zaak. Hij was verdraagzaam aangaande de zonden van zijn kinderen, en de roede Gods viel zwaar op hem. Wel, hij stierf onder de kastijding. Hij zat op een hoge stoel en toen hij hoorde wat de Heere gedaan had aan hem en zijn gezin, viel hij eraf en brak zijn nek. Dan de tweede zaak: het ontvangen van de boodschap des Heeren. Hoewel Eli zijn zonden had, was hij ook een man die gezegend was met veel genade. Hoe denkt u dat de meeste oude predikanten zouden reageren als een klein kind kwam en hen begon te bestraffen? Wel, om het dichtbij te brengen, hoe zou u reageren als een klein kind tot u kwam en u uw gebreken zei? Eli viel er volkomen onder; hij had geen enkele verontschuldiging te maken. Hij is de HEERE, Hij doe wat goed is in Zijn ogen. O genade, om te buigen onder de kastijdingen des Heeren! [1] Engels: deacon. Vergelijkbaar met het ambt van ouderling in Nederland Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|