Schriftgedeelte: Daniël 10 vers 10-21. Er zijn veel zaken in het boek van Daniël die erg moeilijk zijn om te verstaan, en sommige van deze moeilijke zaken worden in dit hoofdstuk gevonden. En toch zijn er enkele dingen tot aanmoediging van Gods volk die zeer helder zijn. Hij die voorbijgaat moge daarin lezen (Hab. 2:2). Het wezenlijke punt is hier, dat Daniël werkelijk in moeite is en de Heere dit weet; Hij komt juist waar Daniël is en dan doet Hij alles voor hem. Welnu, zo is onze God. Dit is de wijze waarop Hij altijd heeft gewerkt, en dit is de wijze waarop Hij nog steeds werkt. Er mogen sommigen zijn, die gevoelen te zijn waar Daniël was - bevende, zwak, vol van vrees, onmachtig te spreken - en de Heere komt juist waar hij is en spreekt liefelijk tot hem en zegt: Vrees niet tot hem, en schenkt die zoete verzekering van Zijn liefde: Gij zeer gewenste man. Nu deze genadige aanraking. Wij lezen drie keer hoe de Heere hem aanraakte. U kunt het nagaan door geheel het Woord van God, die genadige aanraking door de hand van onze genadige God. Alles ligt hierin. Soms stak de Heere Zijn vinger uit in Goddelijke soevereiniteit en almachtige kracht en in gericht. Bijvoorbeeld, die ontzaglijke plagen die over Egypte kwamen. Toen zeiden de tovenaars tot Farao: Dit is Gods vinger. Dat is een aanraking in gericht. Maar dan is er ook een aanraking in genade. Bijvoorbeeld, een arme melaatse die Hem smeekte. Wanneer u van deze personen in het Evangelie leest, zegt u dan ooit: dat ben ik? En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En Jezus met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan. Dat is de aanraking van barmhartigheid; het is een aanraking van kracht. Het is een goed gebed: Raak de bergen aan, dat zij roken. U heeft uw bergen; zaken die opdoemen, die u voorkomen, te groot, te machtig voor u. De Heere raakt die bergen aan en zij roken. Met deze uitdrukking, aanrakende de bergen, wordt te kennen gegeven, welk een eenvoudige zaak het voor de Heere is om de machtigste bergen te verwijderen. Hij doet het met een aanraking. Welnu, de eerste maal dat Hij Daniël hier aanraakte, plaatste hij Daniël op zijn knieën en de palmen van zijn handen. U zegt: dat was niet veel. De Heere ging Daniël oprichten van die verslagen, hulpeloze toestand waarin hij zich bevond, maar de eerste zaak was, dat Hij hem aanraakte. Een hand roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog op mijn knieën en de palmen mijner handen. U zult het volgende gewaar worden. Soms zal de Heere u ineens oprichten en soms zal Hij beginnen om u op te richten, het is werkelijk alleen maar een weinig uit uw verslagen toestand. U wordt opgericht, maar alleen op uw knieën en de palmen van uw handen, en misschien wordt u een gevoel van teleurstelling gewaar. Wanneer de hand des Heeren het werk begint, zal Hij het nooit verlaten totdat het volbracht is. Dan zegt Hij: Daniël, gij zeer gewenste man (…) sta op uw standplaats (…) En toen hij dat woord tot mij sprak, stond ik bevende. Eén aanraking van de Heere kan u oprichten! Er is nog iets anders. Daniël zei, ik werd stom. Welnu, misschien gevoelt u soms stom te zijn; u kunt niet spreken; u kunt niet spreken in het gebed; u kunt niet tot anderen spreken aangaande des Heeren handelingen, zoals u zou willen. Zoals het spreken op de manier van een getuigenis voor Gods gemeente, u vlucht voor de gedachte; u bent stom. En dan zegt hij: De Heere raakte mijn lippen aan; toen deed ik mijn mond open en ik sprak. En als de Heere uw lippen aanraakt, zult u spreken. Er is nog een andere betekenis. Soms gevoelt u de onreinheid, de schuld van uw lippen, en dan roert de Heere uw lippen aan met een gloeiende kool van het altaar (Jes. 6:6). Dat, in zijn eenvoudigheid, betekent de toepassing van Zijn verdiensten, Zijn zondeverzoenende bloed. En dan zal uw misdaad van u wijken, en uw zonden zullen vergeven worden. En dan is er een derde aanraking. Is het geen genade dat de Heere uw hart niet eenmaal of tweemaal aanraakt, maar dat Hij komt en Hij het opnieuw aanraakt? Sommigen van u kunnen vele jaren terug zien voor die eerste aanraking, maar u wenst wederom een aanraking. Toen raakte mij wederom aan Een als in de gedaante van een mens. Hij komt zeker opnieuw. O, maar deze keer was Daniël zo zwak; het was zijn zwakheid, zijn hulpeloosheid. Laten niet uw beproevingen, uw zorgen, uw zonden, uw lasten, teleurstellingen, dingen van buiten en dingen van binnen u bij ogenblikken niet verstoken zijn van kracht? U kunt het niet volhouden; u kunt het niet verdragen; u kunt niet doorgaan op deze nauwe weg! En dan komt de Heere opnieuw en raakt u aan. En, zegt Daniël, Gij hebt mij versterkt. En hoe versterkte de Heere hem? Op deze manier: Vrees niet, gij zeer gewenste man, vrede zij u, wees sterk, ja wees sterk! Wat is het einde ervan? Daniël zei dat hij gesterkt was geworden. Deze getuigenissen van Daniel, na de drievoudige aanraking, zijn heel eenvoudig. De eerste keer zei hij, ik stond; de tweede keer zei hij, ik sprak; de derde keer zei hij, ik werd versterkt. En dit kwam van de almachtige hand Gods. Het gaat er niet om hoeveel u kunt zeggen; het gaat er niet om hoe opmerkelijk het is; maar of het waar is, of het van de hand Gods is. Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|