Schriftgedeelte: Lukas 11 vers 1-13. Hebt u ooit wel eens opgemerkt dat het meeste onderwijs over het gebed in het Woord van God gegeven werd door de Heere Jezus Christus Zelf? Hij kende al de geheimen van de eeuwige raad van Zijn Vader. Hij kende ook de waarde van het gebed. Zo gaf Hij een wonderlijk voorbeeld in Zijn eigen leven, en ook werd het meeste onderwijs over het gebed in de Schrift door Hem gegeven. Een groot deel van het onderwijs van de Heere, over welk onderwerp dan ook, was gewijd aan het gebed. Welnu, deze verzen beginnen met wat wij gewoonlijk het gebed des Heeren noemen, maar het zou misschien ook wel het gebed van de discipelen genoemd moeten worden. Daarna volgen er twee gedeeltes over het onderwerp van het gebed. Even tussen haakjes, in elk geval onderwijst de Heere door middel van een tegenstelling. Hij vertelt ons wat iemand doet, en vervolgens zegt Hij dat, als zelfs een zondaar het wil doen, hoeveel te meer God het zal doen. Natuurlijk, de eerste is de persoon die ’s avonds laat een bezoeker heeft en die geen voedsel had om hem voor te zetten, dus gaat hij naar het huis van een vriend, en begint op de deur te kloppen. Dat is hinderlijk, want hij ligt op bed en wil niet opstaan. Doe mij geen moeite aan; de deur is nu gesloten, en mijn kinderen zijn met mij in de slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven. Omdat zijn vriend blijft kloppen en niet weg wil gaan, zal hij het doen, hoewel niet omdat hij zijn vriend is, maar om van het hinderlijke af te zijn. Laat ons heel duidelijk zijn, de Heere Jezus vergelijkt Zijn hemelse Vader niet met deze man in bed. Hij stelt hen eerder tegenover elkaar. Als deze man, deze onwillige man, deze zondaar het niet wil doen en het later toch doet, hoeveel te meer dan Mijn Vader in de hemel, Hij Die u zo hartelijk liefheeft, Hij Die zo gewillig is. De nadruk ligt hierop: houd niet op met bidden als u geen antwoord schijnt te krijgen. Blijf vragen, blijf zoeken, blijf kloppen. Het woord dat hier gebruikt wordt, is onbeschaamdheid. Dan de andere zaak. De Heere Jezus geeft een heel, heel eenvoudig voorbeeld van een klein kind dat naar zijn vader toekomt en hem om brood vraagt. Hij zegt: “Denkt u dat de vader hem een steen zal geven? Wanneer hij opnieuw komt om dit keer wat vis te vragen, denkt u dat hij hem een slang zal geven? Wanneer hij weer een andere keer vraagt: Mag ik een ei hebben? Denkt u dan dat het mogelijk is dat de vader hem een stekende schorpioen zal geven?” Het is geen vergelijking, maar het is een tegenstelling. De nadruk ligt op deze woorden: hoeveel te meer. Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven - nu, dit is het, hoeveel te meer - hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen die Hem bidden! Het punt wat ik vanavond in het bijzonder met u wil overdenken en u wil nalaten is dit: het gebed om de Heilige Geest. Dit is onze grote behoefte, of niet? Wij hebben de Heilige Geest nodig. Wij hebben de Heilige Geest nodig als we ooit recht zullen gaan bidden. Als wij ooit willen bidden zonder ophouden in dringend en overwinnend gebed, dan moet het door de Heilige Geest zijn. Als wij onze verzoeken in alles ooit aan God bekend zullen maken met gebed en smeking, met dankzegging, dan moet dat door de Heilige Geest zijn. Er is geen alternatief. De macht en bekwaamheid is niet in ons. Wij zijn zondig. Wij hebben een zondige afkeer tegen het gebed en al deze andere zaken. De Heere Jezus spreekt vaak van God als onze Vader. Als wij ooit zullen weten dat God onze Vader is, dan moet dat door de Heilige Geest zijn, Die Zich bekend maakt en de Geest der aanneming geeft. Daar is ook het punt van een zoete verzekering van ons aandeel in Christus. Het is alleen door de Heilige Geest dat u en ik het ooit kunnen hebben. Het raakt alles: een week hart, een smeltend hart – het is alleen door de Heilige Geest. Dat genadige onderwijs wat we zo nodig hebben: Behalve wat ik zie, leer Gij mij[1] . Het is alleen door de Heilige Geest. Die openbaring van Christus in Zijn dierbaarheid aan onze zielen, is alleen door de Heilige Geest. Welnu, daar ligt de nadruk op, onze onmisbare behoefte aan de Heilige Geest. Nu, mochten wij dat beseffen. Er is niet één die Zijn plaats kan innemen. Daar is deze liefhebbende, tedere en genadige bemoediging dat, als wij ons gemis van de Heilige Geest gevoelen, onze onmisbare behoefte aan de Heilige Geest, wij dan aangemoedigd worden om God de Vader in de hemel te vragen om de genadige gift van de Heilige Geest aan ons. Dat het een woord te rechter tijd mocht zijn. Jezus zei, en wij gebruiken dat gezegde hier: Legt gij deze woorden in uw oren[2] . Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden! * * * [1] Job 34:32 [2] Lukas 9:44 Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom, op maandag 18 januari 1982.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|