Genadige oefening aangaande het Woord

Schriftgedeelte: Psalm 119 vers 25-32.

Dit is de grote psalm op het Woord van God. Hoe helder benadrukt het de waarde, de dierbaarheid van Gods Woord! Maar er is iets wat er helemaal doorheen loopt, hoewel het zulk een lange psalm is. Dat is: de genadige oefening ten opzichte van het Woord - niet alleen maar dat dit het Woord van God is, maar er zijn verscheidene bezigheden dienaangaande. U zult begeren dat de Heere erdoor tot u spreken zal; u zult begeren in staat te zijn uw karakter erin te lezen; u zult begeren om in staat te zijn erop te rusten.

Ik vind in deze verzen dat de psalmist begeert om levend gemaakt te worden. Welnu, ik vind dit niet alleen in deze paar verzen - ik bemerk dit steeds weer opnieuw in deze psalm – ik meen dat het in totaal tienmaal voorkomt. Het is mij niet nodig om u te vertellen dat het woord opwekken[1] een oude vorm is van ons woord levend maken[2]. Maar dat is precies wat de psalmist begeert. Hij begeert levend gemaakt te worden; hij begeert te leven; hij begeert verkwikt te worden; hij begeert opgewekt te worden; hij begeert verwijd te worden. En het komt tienmaal voor.

Diegenen onder u die God vrezen zullen niet in het minst verrast zijn dat het tienmaal voorkomt, omdat u iets kent om dit tienmaal te beoefenen - en meer dan tienmaal. Hoe vaak heeft u nodig om de Heere te smeken u levend te maken? Waarom begeert u levend gemaakt te worden? Omdat u zich zo hard en dodig gevoelt. Waarom begeert u verlevendiging? Omdat u zich zo levenloos gevoelt. De arme psalmist is hier heel eerlijk. Hij gevoelt dat zijn ziel in het stof is, en niet alleen maar er in is, maar er aan kleeft. Het is in het geheel niet vreemd wanneer u gevoelt, dat dit precies de plaats is waar uw ziel zich bevindt. De dierbare gezangendichter zingt van ver boven het bereik van deze ondergeschikte dingen op te stijgen. Maar u gevoelt precies het tegenovergestelde; u gevoelt in het stof te zijn.

Er is een verscheidenheid aan wijzen waarin u kunt gevoelen in het stof te zijn. Eén is wanneer u zich zo vleselijk gezind gevoelt, gebonden aan de aarde, gebonden aan de dingen van dit leven, met uw genegenheden tot de dingen van beneden en u kunt niet boven het stof opstijgen. Dan begeert u deze verlevendigende kracht der genade om bezit van u te nemen, u op te heffen, om u boven al deze dingen te tillen en uw genegenheden te richten op de dingen die boven zijn.

Een andere wijze die u zal doen kleven aan het stof: als uw ziel neergebogen is. De psalmist zegt: O mijn God, mijn ziel buigt zich neder in mij. Er zullen vele tijden zijn wanneer u neergebogen bent en u gevoelt geheel in het stof te zijn. Soms komt u tot Gods huis en er is niets voor u. Soms ziet u op Gods volk en zij hebben alles en u heeft niets en u bent in het stof; u bent neergebogen. Dan bemerkt u dingen in Gods kerk en in uw omstandigheden en in uw leven, en deze doen u neergebogen zijn en u gevoelt in het stof te zijn. Dan begeert u dat de Heere in genade verschijnt en één aanraking van Hem zal geheel het verschil uitmaken.

Er zijn vele wijzen waardoor u zult gevoelen in het stof te zijn. Ik noem nog één andere: dat is door smart, droefheid, beproeving en bezoeking. Wanneer deze dingen u overkomen, welke vorm zij ook aannemen, zij brengen u slechts omlaag, doen u buigen, leggen u in het stof en u kunt er niet bovenuit stijgen. Het zou zo erg niet zijn als u uzelf zou kunnen verheffen boven deze dingen, maar u kunt er niet bovenuit stijgen, u bent in het stof; u begeert een machtiger Hand dan de uwe. U begeert de Heere Jezus Zelf om te komen en u begeert Hem juist dit voor u te doen - om de zegeningen van het Goddelijke leven u bekend te maken; om u te verheffen uit dat stof waarin u gevonden wordt. U gevoelt lang geweest te zijn tussen twee rijen van stenen en u begeert deze vleugels van géluwen goud[3] opdat u weg mocht vliegen.

Nu alleen nog een andere zaak. U vindt door geheel deze psalm dat deze opwekking en verlevendiging en levendmaking altijd verbonden is aan het Woord. Hierover alleen nog drie korte punten. Eerst dit: er is een wijze waarin het Woord van God komt en u levend maakt. Soms, onder de prediking van het eeuwig Evangelie, komt het Woord precies waar u bent; het raakt uw hart. En dan? “Het Evangelie draagt mijn geest omhoog.” U bent niet langer in het stof. Uw omstandigheden en beproevingen mogen precies gelijk zijn, maar u bent uit het stof. Uw toezegging[4] heeft mij levend gemaakt.

Ten tweede, hier luidt het: Naar Uw woord. Wat betekent dat? Wel, God heeft beloofd dat Hij deze dingen doen zal, daarom is er een eerbiedig herinneren van de Heere aan wat Hij gezegd heeft te zullen doen. Doe het, Heere, naar Uw woord, want Gij hebt gezegd dat Gij het zult doen. Welnu, dat is recht bidden, als u de Heere kunt herinneren aan Zijn Woord. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.

Vervolgens, de derde zaak is de Heere Jezus als het vleesgeworden Woord. In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. Welnu, de Heere Jezus komt soms en Hij verwijdt u, richt u op, wekt u op, maakt u levend. En o, als Hij Zichzelf openbaart in Zijn heerlijke Persoon als de Opstanding en het Leven, dan: Die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. En een iegelijk die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid.

Dan is er hoop voor zondaren die gevoelen aan het stof te kleven - niet alleen erin gevonden te worden, maar die er aan kleven, die daar aan vastkleven, die zichzelf er niet uit kunnen helpen. Maar er is hoop voor zondaren en die hoop is in Jezus. Moge u dan in staat gesteld worden te bidden en mocht u verhoring vinden op uw gebeden.

[1] In het Engels ‘quick’.
[2] In het Engels ‘alive’.
[3] Zie Psalm 68 vers 14.
[4] Het Engels heeft: Uw Woord.

Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.