Schriftgedeelte: Lukas 13:11-17. Deze wonderen van de Heere Jezus zijn buitengewoon dierbaar. Er worden inderdaad drie zaken in gevonden. Allereerst, ze zijn een zeer heerlijke vertoning van Goddelijke, almachtige kracht; dat Jezus niemand ander is dan de Zoon van God. En dan ten tweede zijn ze godzalige uitingen van Goddelijke erbarming, Goddelijk mededogen. Maar ten derde zijn ze ook alle zoete zinnenbeelden van Evangelische barmhartigheden, Evangelische wonderen, zaken die vandaag de dag nog plaatsvinden. Dit was natuurlijk een vrouw van vlees en bloed en zij was echt ziek; het was echt een wonder. Maar we denken, wat was ze een typering van de joodse kerk in haar duisternis en gebondenheid en hoe zinnebeeldig wat betreft Gods belijdende kerk vandaag de dag. Maar bijzonder persoonlijk. Nu, ik zal u de rechte wijze vertellen hoe de wonderen te lezen en erover te horen: niet als iets wat een lange tijd geleden gebeurde, maar het gaat over u. U bent die melaatse die tot Jezus komt: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. U bent die ellendige, blinde man die zegt: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U onzer! U bent die radeloze vrouw: Heere, help mij. En hier bent u deze vrouw met een geest der krankheid. Wat was het? Het was een diep ingewortelde zaak. Ze had het achttien jaar. Ze was helemaal hulpeloos. Ze kon zichzelf niet verlossen. Ze kon helemaal niets doen. Ze was er niet beter op geworden in al die jaren. Het schijnt dat ze een bepaalde verlammende ziekte had. Wij zouden zeggen: ze was helemaal voorover gebogen. Dus, wat was het? Ze kon niet omhoog kijken. Misschien voelt u zich zo. U bent voorover gebogen. U kunt niet omhoog zien. Ze kon niet goed lopen. Ze kon zeker niet recht lopen. Haar rug was helemaal krom. Het was een hopeloos geval. Velen van de oude godzalige godgeleerden merken bij dit punt aan dat ze in Gods huis gevonden werd. Hoe is zij daar ooit gekomen? Maar ze was er, en dat niet tevergeefs. Ik neem aan dat ze enigermate was als die oude, kreupele vrouw die zulk een lang eind naar de kerk liep. Ze zei: “Mijn hart is er al en dus zullen mijn benen er op de een of andere manier ook moeten komen.” En zie, er was een vrouw die een geest der krankheid achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen en kon zich ganselijk niet oprichten. En Jezus haar ziende. Nu, dat is een dierbaar woord, in liefde, in mededogen. En Jezus haar ziende, riep haar tot Zich. Ik heb gedacht aan ons mooie lied: “Gij roept belaste zielen tot U, en zodanig, o Heere, ben ik.” Welnu, ze was een belaste ziel, maar de Heere riep haar, en nog steeds roept Hij deze belaste, neergeslagen, voorover gebogen zielen, zielen die niet tot Hem kunnen opzien. En Jezus haar ziende, riep haar tot Zich. (…) En Hij legde de handen op haar. Dit wil zeggen dat zij op de een of andere manier tot Hem gekomen is. Het moet een strompelende loop geweest zijn, een onhandige loop, maar ze kwam er, en er moet iets verborgens geweest zijn wat haar trok. Onze oude gezangdichter, Daniël Herbert, zegt: “Een ziel zou kunnen zeggen: Hoe kan ik komen? Ik ben kreupel en kan niet lopen.” ”Kom vrijmoedig tot de troon der genade”. Welnu, Jezus riep haar en ze kwam. Hoe ze kwam, is moeilijk te zeggen, maar ze kwam. Iets trok haar. En Hij legde de handen op haar. Dat is het wat we nodig hebben, die genadige aanraking. Het heeft nog dezelfde kracht als vanouds. En met de aanraking was er een woord: Vrouw, gij zijt verlost van uw krankheid. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. En zij werd terstond weder recht. Ze had geen lange periode van herstel nodig, of dat ze steeds terug moest naar het ziekenhuis. Het was een onmiddellijke genezing; het was een volkomen genezing. De Heere zegt: Ik zal voor uw aangezicht gaan en Ik zal de kromme wegen recht maken. U zou kunnen zeggen: dit was een kromme vrouw, maar de Heere maakt haar recht. Het kan zijn dat u voelt dat uw ziel krom is. De Heere kan het recht maken. Het kan zijn dat u voelt dat uw omstandigheden krom zijn. De Heere kan ze recht maken. Er was vanzelf al dit jammeren en klagen. Waar God werkt daar verzet satan zich. Dit waren godsdienstige mensen, eigengerechtigde mensen, wettische mensen. Het is een ernstige zaak als een wettisch persoon op een pasbekeerde ziet en kritiek heeft. Maar hoe schoon antwoordde de Heere: Maakt niet een iegelijk van u op den sabbat zijn os of ezel van de kribbe los, en leidt hem heen om te doen drinken? U houdt zelfs een ezel niet een geheel weekend opgesloten zonder het los te maken. Nu, dit is het: En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, zie, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band op den dag des sabbats? Als zij een os of een ezel moesten losmaken, hoe belangrijker is dan is een Israëlitische, een dochter Abrahams! Maar het schijnt meer te zijn dan dat; ze had deel aan het verbond der genade en de bestemde tijd voor de verlossing van haar lichaam en de verlossing van haar ziel was nu gekomen. Satan moest uitgedreven worden, daarom vinden we hier dat genadevolle moest. Moest die niet losgemaakt worden – Goddelijke noodzakelijkheid. Ongetwijfeld hebt u in het leven van de Heere Jezus dit ‘moeten’ vaak opgemerkt. En Hij moest door Samaría gaan. Alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden. Dit genaderijke moeten[1]. En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, zie, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band op den dag des sabbats? Er was een wonder van liefde en barmhartigheid. Er was de genezing van lichaam en ziel. Het kromme werd recht gemaakt. Nu kan ze omhoog zien, omhoog zien naar de hemel, omhoog zien op Jezus. Nu kan ze goed lopen. Nu kan ze recht lopen. En haar vrijheid was volkomen. En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Welnu, mochten we als gemeente de kracht van het Evangelie, de kracht van het werk van de Heilige Geest in de toepassing van de waarheid kennen. Mochten we het persoonlijk kennen. Mochten we geholpen worden om ervoor te bidden. * * * [1] In de Engelse vertaling zijn de woorden ‘ought’ en ‘must’ in onze vertaling met ‘moeten’ overgezet. Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom, op maandag 4 augustus 2003.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|