Schriftgedeelte: Jesaja 43 vers 1-13. Het grote thema van deze verzen is verlossing en de Heere doet enkele wondervolle beloften. Natuurlijk zijn er twee gezichtspunten aan. Allereerst, de letterlijke, de nationale, de verlossing van Gods oude volk van de Babylonische ballingschap. Vervolgens ten tweede, die grote verlossing is uitgewerkt door Christus en deze wonderen van verlossing zijn beloofd. Werkelijk onmogelijke dingen zijn beloofd, maar juist aan het eind zegt de Heere: Ik zal werken en wie zal het keren? Keren is hier natuurlijk gebruikt in zijn oude betekenis van verhinderen of tegenhouden. Wie zal het keren; wie zal het tegenhouden? Wel, zo was het met Gods oude volk die uit Babel gebracht werd. Hoe konden zij wederkomen? Dat machtige wereldrijk - hoe konden zij vrijgelaten worden, hoe konden zij daaruit in vrijheid gesteld worden? Maar de Heere zegt, zij zullen. Ik zal werken, en er is niemand die het kan tegenhouden. Wie zal het keren? Maar dan, uitziende naar de komst van de Zoon van God en het wondervolle werk van de verlossing: al die onmogelijkheden en al die hindernissen op de weg; de tegenstand van zonde, de wereld, de goddeloze mensen en satan; de grote bergen op de weg. Maar wanneer de Zaligmaker van de hemel naar de aarde komt, dan is het: Ik zal werken. Welk een werk was het, het werk der verlossing, en niemand kon het verhinderen; niemand kon het tegenhouden. Zelfs Simon Petrus trachtte het. Hij zei: Heere, zijt U genadig; dit zal U geenszins geschieden. Maar Jezus zei: Ga weg achter Mij, satanas. En de Heere Jezus zag al de moeilijkheden en droefheden op de weg. Maar, Dit was mededogen die God alleen heeft, Ik zal werken. Niemand zal het verhinderen; niemand kan het tegenhouden. En het werk was volledig. Het is volbracht. Nu geliefde vrienden, deze waarheid is vanavond nog steeds hetzelfde. Een wonderdoend, belofte-vervullend God en niets kan Zijn wil omkeren, niets kan Zijn raad tegenhouden. Eerder in het boek[1] zegt Hij: Want de HEERE der heirscharen heeft het in Zijn raad besloten; wie zal het dan breken? En Zijn hand is uitgestrekt; wie zal ze dan keren? Hij is een wonderdoend, belofte-vervullend God. Welnu, het is een onderwerp voor een gebedssamenkomst. Als wij denken aan onze zorg aangaande de prediking van het Evangelie, onze gebeden die wij hier ervoor doen, wie zal het keren? Wel, er zijn velen die trachten het tegen te houden. Satan doet dat. Hij tracht het Woord te verhinderen. Wij vinden het in de gelijkenis van de zaaier, hoe hij tracht om het Woord te verhinderen. Er is de natuurlijke duisternis, blindheid, doofheid, ongeloof - al deze dingen strijden geheel tegen Gods werk in de verlossing. Maar de Heere werkt Zijn raad uit, en Hij zegt: Ik zal werken, en al deze belemmeringen zullen uit de weg worden genomen. Dus is dat een grote bemoediging voor ons als wij samenkomen om te bidden, dat wanneer de Heere werkt, niets Hem kan tegenhouden. Maar wanneer wij denken aan de dingen in ons eigen leven, de verschillende problemen, moeilijkheden en droefheden - u heeft die - de verschillende moeilijkheden; uw slechte gezondheid en degene over wie u bezorgd bent, de ouderdom en zwakheden, de moeiten van verschillende soort. Dit zijn allemaal verhinderingen, dit zijn allemaal belemmeringen op uw weg, maar het is zo eenvoudig voor de Heere om ze uit de weg te ruimen. Zij vallen zo om gelijk kegels, of een meer Schriftuurlijke voorbeeld, zij smelten als de sneeuw als de Heere verschijnt in liefde, in genade, in verhoring van uw gebeden. Nu, er is niets dat het kan tegenhouden. Wat een bemoediging om te bidden tot deze grote God in de hemel, in al uw problemen, beproevingen, lasten en moeilijkheden, Die om Jezus’ wil zegt: Ik zal werken en wie zal het keren? Er is een vraagteken aan het einde, maar het is geen vraag; het is een uitdaging. De Heere komt hier met een uitdaging voor de dag. Het is gelijk aan dat woord in Romeinen 8: Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? Het is een uitdaging. God is het Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt? Het is een uitdaging. Christus is het Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt. Maar vergeet niet, het is zowel in het oordeel als in de genade. Als wij denken aan al de goddeloosheid in ons land en de vreselijke plannen van de goddelozen, toch boven en over dit alles zegt de Heere: Ik zal werken. Zij kunnen Gods werk niet verhinderen. Ik zal werken en wie zal het keren? Laat ik nog één voorbeeld geven voordat we eindigen: Mozes. Hij was bijna in zwarte wanhoop. Farao wilde niet luisteren; zijn eigen volk keerde zich tegen hem. Hij zei zelfs: En Gij hebt Uw volk geenszins verlost. Alles scheen verkeerd te zijn. Het scheen het einde te zijn. Hij scheen bedrogen te zijn. Het scheen zwarte wanhoop te zijn. En toen sprak de HEERE een zeer eenvoudig woord. Hij zei: Nu zult gij zien wat Ik (…) doen zal. Wat is dat een woord! Soms zingen wij ervan: “De wonderen die God alleen kan doen.” Nu zult gij zien wat Ik (…) doen zal. Ik zal werken en wie zal het keren? [1] Jesaja 14:27 Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom, op maandag 3 december 2013.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|