Schriftgedeelte: Jozua 1. Er is werkelijk iets heel aantrekkelijks in het boek van Jozua. Het is een boek van de goede afloop, van ingang in het land der rust, van bezit, van overwinning. En de ene zaak die ik voor u naar voren wil brengen deze avond is, dat het Jozua was die Israël in het beloofde land moest brengen. Mozes kon dit nooit doen; het was niet voordat Mozes gestorven was en de Heere Mozes begraven had dat Israël het beloofde land kon binnengaan. Toen Mozes gestorven en begraven was, toen kwam het bevel: Mijn knecht Mozes is gestorven; zo maak u nu op, trek over deze Jordaan (…) tot het land dat Ik hun geef. U weet het onderwijs dat hierin ligt. Mozes vertegenwoordigde de wet, de wet in al zijn heiligheid, zijn rechtvaardigheid, zijn gestrengheid, en de wet kon nooit een zondaar in het beloofde land brengen. Maar wat de wet niet kon doen, doet het Evangelie. Welnu, u beseft dat het woord Jozua in het Hebreeuws overeenkomt met het Nieuwtestamentische Jezus. De twee woorden zijn identiek. Jozua betekent de Zaligmaker. Het is Mozes niet die hen in het beloofde land brengt. Mozes moet sterven; Mozes moet begraven worden; Jozua moet hen in het beloofde land brengen. Het is niet de wet; het is het Evangelie. Twee of drie punten van bevinding. Het eerste is: het is alleen de Heere Jezus, Die u brengt in het hemelse Kanaän, het beloofde Land. Duizenden gaan verloren door op Mozes te zien om hen in de hemel te brengen - dat wil zeggen, vertrouwend op de wet; iets wat wij kunnen doen, iets wat wij kunnen volbrengen, iets wat wij tot stand kunnen brengen. Mozes kon Israël nooit in Kanaän brengen, en niets minder dan Christus zal ooit een zondaar tot heerlijkheid brengen. Welnu, Mozes moet eerst sterven. U moet afgebracht worden van alle hoop op zaligheid van alles dat minder dan Christus is. U moet afgebracht worden van alle vertrouwen in het vlees, alle vertrouwen op uzelf. Het is alleen de Heere Jezus, Die zondaren brengt in het beloofde Land. Want, er blijft dan een rust over voor het volk Gods, en de Heere Jezus is ons voorgegaan, onze gezegende Voorloper, en als onze hemelse Jozua leidt Hij Zijn volk één voor één in het beloofde Land. O, dat wij deze twijfelingen konden verwijderen, Maar er zijn tijden wanneer u, als een kind van God, de berg Pisga zult beklimmen en u het beloofde Land zult zien en u dat zoete onderpand zult hebben van de eeuwige erfenis. Een onverderfelijke en onbevlekkelijke en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, maar Jezus moet u daar brengen. Nu een andere zaak. Het is alleen de Heere Jezus Die u kan brengen in de Evangelische vrijheid. Er zijn er zovelen in wie de Heere genadig Zijn werk begonnen is en die Hij gezegend heeft met Goddelijk leven en toch is er gebondenheid; er is geen vrijheid. Zij wonen aan de andere zijde van de Jordaan; zij zijn niet ingegaan in het beloofde land der vrijheid. Zij gaan niet in de Evangelische rust, omdat zij nog steeds zien op Mozes om hen binnen te leiden. Hij kan dit nooit, hij zal dit nooit doen; het moet Jozua zijn. U zegt, wat betekent dit in duidelijke taal? Wel, het betekent dat er zo weinigen gebracht zijn aan het einde van alles in zichzelf, om zichzelf met lege handen te werpen op Christus. Welnu, dat is de plaats van de Evangelische vrijheid. Wij worden zo gekweld met dit kleven aan Mozes, aan onszelf. Als we alleen maar berouw konden hebben; als we alleen maar beter konden bidden; als we alleen maar konden komen met een week hart. Welnu, dat is zien op Mozes. U zult moeten komen tot de hemelse Jozua juist zoals u bent, zonder een enig pleidooi dan alleen op Zijn zeer dierbaar bloed en Zijn eigen bekwaamheden, en u zult op Christus alleen moeten zien om u in het beloofde Land te brengen. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Mozes was een getrouw dienaar, maar Christus als de Zoon over Zijn eigen huis. Het is alleen de Zoon Die u kan vrijmaken. Nu alleen nog één andere punt. Het is deze: als er enige Evangelische zegen is waarin u verlangt binnen te treden, het moet Jezus zijn, uw hemelse Jozua, Die u er inbrengen kan. Misschien ziet u soms met verlangende ogen op sommige hemelse zegeningen, sommige Goddelijke zegeningen. O, dat ik nu deze rust mocht kennen, Het is de liefdevolle taak van de Heere Jezus om Zijn volk te brengen in de Evangelische zegeningen. Mocht het een woord op zijn tijd voor u zijn. Mochten uw ogen afgewend worden van de Sinaï, van Mozes, van de wet, van het schepsel. Mocht u in oprechtheid gebracht worden om op Jezus alleen te zien en te ondervinden, dat dit de weg is waardoor u gebracht wordt in te gaan in de Evangelische zegeningen. Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|