Schriftgedeelte: 2 Koningen 7. Vele dingen kunnen gezegd worden aangaande dit zeer opmerkelijk verslag. Ik ben er zeker van dat u geheel bekend bent met de geschiedenis en met de omstandigheden: de hongersnood in Samaría, Gods beloften van overvloed en de opmerkelijke wijze waarin de belofte vervuld werd. Ik beperk mij zelf tot drie opmerkingen. De eerste is: de Heere heeft een zeer gezegend vermogen om te voorzien in de nooddruft van Zijn volk. Deze belofte moet altijd van kracht blijven: Mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid door Christus Jezus. De Heere is nog steeds Jehova Jireh[1]. Hij is de Heere, Die voorzien zal. In iedere nooddruft moet voorzien worden, in genade en voorzienigheid, groot en klein. In dit hoofdstuk schijnt het geheel onmogelijk te zijn dat ooit in deze nood kon worden voorzien. Er scheen geen enkele uitweg te zijn. De hongersnood was heel erg; dagelijks kwamen er mensen om. Er was geen weg ter ontkoming. Niemand kon enig middel opperen waardoor hulp zou kunnen komen. Het enige wat de koning doen kon was zijn klederen scheuren. Maar de belofte van de Heere bleef van kracht, en, Eerder moet de gehele natuur veranderen Gods Woord moet vervuld worden en Gods Woord betreft geheel uw nooddruft. Hoe in uw nooddruft voorzien zal worden, weet u niet, maar wees er heel zeker van: in uw nooddruft zal worden voorzien. God heeft het beloofd en: Die het beloofd heeft, is getrouw. Dit hoofdstuk is zulk een liefelijke verklaring van Gods trouw aan Zijn belofte om te voorzien in de nooddruft van Zijn volk en Zijn zeer gezegende bekwaamheid om het te doen. Welnu, dit is één opmerking. De tweede is: op welk een verborgen wijze de Heere veroorzaakt dat dingen mede te werken ten goede van Zijn volk. U zult enige zaken in uw leven hebben en zij zullen eenvoudig te zwaar voor u zijn. Sommige dingen zullen verwarrend zijn; sommige dingen zullen pijnlijk zijn; sommige dingen zullen voor u opdagen en u zult ze beschouwen als slechts lastig; u kunt geen enkel nut in ze zien; er schijnt geen enkele reden voor ze te zijn. Dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Wat te denken van dat vreemde geluid in de oren van de Syriërs? Wel, u vraagt zich af wat het is; er schijnt helemaal niets mee te zijn, maar zij vluchtten. En wat te denken van deze melaatsen - hoe kunnen zij de middelen tot verlossing zijn, deze melaatsen die van het ene leger naar het andere overgingen? Het schijnt allemaal zo onbelangrijk; er schijnt helemaal geen nut in te zijn. Het is de fijne draad waaraan de Heere veroorzaakt alles te hangen, de weg waarin Hij deze grote genade voor Zijn volk volvoert. Er zijn zovele kleine details in dit hoofdstuk. De Heere doet alles medewerken ten goede voor Israël in deze opmerkelijke voorziening in elke nooddruft, deze overvloedige voorziening van voedsel. U kunt nu iets hebben en u kunt er het nut niet van in zien. Morgen kijkt u misschien achterom en zult u zien dat het alles besloten lag in die alle dingen. Dan alleen nog deze opmerking: hoe eenvoudig het voor de Heere is om Zijn volk te verlossen. Roep Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. Deze zaak was onmogelijk bij de mensen, voor de sterkste van de mensen. Het was zo eenvoudig bij de Heere. Het is een van de vele verlossingen uit het Woord van God. Moge u als volgt bemoedigd worden: dat deze God, Die dit wonder volvoerde, nog steeds God is, en Hij verhoort nog steeds gebeden; Hij is nog steeds almachtig; nog steeds verlost Hij. En vergeet het niet: Hij kan het onmiddellijk doen. Wij komen in een positie terecht; wij peinzen over verlossing. Misschien komen we zover: het is mogelijk, maar wij denken over volgend jaar, of het jaar daarna of over enige tijd. Hier was een onmogelijke zaak. De Heere zei: Morgen omtrent dezen tijd. Morgen zal er verlossing zijn. Een onmogelijke zaak! En de hoofdman, op wiens hand de koning leunde, spotte ermee, het was zo onmogelijk. Gij zult het met uw ogen zien, doch daarvan niet eten. Ik voel dat wij in deze fout vervallen, zo vaak erin vervallen. Het is ongeloof. Wij betwijfelen niet Gods vermogen, maar werkelijk, als we eerlijk gemaakt werden, betwijfelen wij Gods vermogen om het nu te doen, of om het morgen te doen. Wacht u voor deze weg, deze weg van ongeloof om te hopen op verlossing. Laat ons heel duidelijk zijn, de Heere is soeverein en soms moet u wachten, maar de Heere heeft dit heilig vermogen om het nu te doen, of vandaag, of morgen. [1] Volgens de Engelse vertaling van Genesis 22:14: De HEERE zal het voorzien Uit: Saturday Evening Meditations, B.A. Ramsbottom.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|