Schriftgedeelte: Openbaring 8. Het Lam heeft juist het zevende zegel geopend en daar was een stilzwijgen in de hemel van een half uur. Er is wel gesuggereerd dat zelfs de lof des hemels onderbroken werd vanwege de gerichten die op de aarde zouden vallen. Zeven engelen verschenen met zeven bazuinen, en als de bazuinen klonken, moest elkeen spreken van gericht op de aarde. Maar hiervoor zien we een andere engel, en we zien een verbazingwekkend gezicht - de gebeden van de heiligen opgaande naar de hemel, en deze heerlijke engel voegde veel reukwerk toe aan de gebeden van de heiligen. Nu, dit waren de gebeden van Gods lijdende kerk. Dit waren de gebeden van degenen die in grote droefheid waren. Maar gelijk al onze gebeden, waren zij vermengd met zonde en zij waren ongeschikt. En we zien deze wonderbaarlijke zaak: veel reukwerk werd toegevoegd aan de gebeden van de heiligen zodat zij welriekend gemaakt werden als zij opgingen naar de hemel en als zij de hemel binnengingen. En dit spreekt zeer duidelijk van de geheel zegevierende voorbede en verdiensten van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Nu, mochten we dit vanavond zien in onze openbare gebeden en in onze persoonlijke gebeden, bijzonder bij hen die gevoelen in droefheid te zijn gelijk hier Gods heiligen. Onze gebeden zijn niet zoals wij wilden dat zij zouden zijn - zoveel verkeerd, zoveel gebrek. Maar om dan te zien de geheel zegevierende voorbede van onze grote en heerlijke Hogepriester, Die veel reukwerk toevoegt aan de gebeden van de heiligen, de schuld wegneemt, ze aanvaardbaar maakt en verhoringen bewerkstelligt. Dit is een zeer schoon gezicht dat de apostel Johannes had. Bedenk dit, het zijn arme gebeden van het bedroefde volk van God, maar zij ontvangen verhoringen. Maar waarom? Als zij opstegen zoals zij waren, met al de zonde en met al het gebrek en met zoveel verkeerdheid, hoe zouden zij kunnen hopen op verhoringen? Hoe zouden zij verhoringen kunnen verdienen? Maar liefelijk welriekend gemaakt met de verdiensten van Christus, geurig opgaande naar de hemel, aangenaam gemaakt, brengen ze de zegen neerwaarts. Let wel, de verhoring van deze welriekende gebeden van de heiligen waren deze gerichten, deze ontzaglijke gerichten waarvan wij lezen dat die op de goddelozen vielen. Hier was de vervolgde kerk en zij was zwak en haar vijanden waren sterk, maar als verhoring van deze welriekende gebeden, de welriekend gemaakte gebeden, kwamen deze verbazingwekkende zegeningen. Zij waren zegeningen voor de kerk, zij waren geen zegeningen voor hun vijanden, maar oordelen. Maar voor Gods heiligen was het hoop; het was verlossing; het was de beschaming van hun vijanden; het was de ondergang van hun vijanden. Ik heb u vaak de geschiedenis verteld die de puritein Thomas Watson verhaalt, of eigenlijk meer een vergelijking dan een geschiedenis. Hij zegt dat wanneer u uw arme gebeden kon zien opgaan naar de hemel, u ze niet herkennen zou. Daar is deze grote Hogepriester, de Middelaar, en Hij neemt al de zonden eruit weg, voegt alles wat ontbreekt er aan toe en dan biedt Hij ze aan. Een klein meisje gaat naar buiten met een jampot en plukt wat bloemen, maar er is meer onkruid dan bloemen, dus wat doet haar moeder? Zij haalt alle onkruid eruit, en zoekt een mooie vaas, en dan gaat ze en zoekt wat prachtige bloemen uit de tuin, en gaat naar binnen met het kleine meisje om ze haar vader aan te bieden. Hij zei, u zou uw arme gebeden niet herkennen als u ze de hemel zag ingaan. Wel, dit is een belangwekkend onderwerp, maar het is erg persoonlijk. Het betreft onze gebeden en onze gebedssamenkomsten. Ik zou altijd willen zeggen, tracht te bidden voor die dingen die zwaar op uw geest wegen. Ik weet dat er een zeker soort van gepastheid, als dat het juiste woord is, moet zijn op gebedssamenkomsten; wij gevoelen dat wij hiervoor dienen te bidden en er is nog iets anders wat wij niet weg kunnen laten, maar het ware gebed is dat, wat zwaar op onze geest ligt. Maar onze beste gebeden zijn bevlekt en gekleurd met zonde; onze beste gebeden verdienen geen verhoringen. Vaak weten wij niet waarvoor te bidden gelijk het behoort, maar om nu te bidden in Jezus’ Naam, om Jezus’ wil, door Jezus’ verdiensten en om door het geloof te geloven dat onze gebeden aangenaam opgaan naar de hemel. Deze meditatie werd gehouden in de Bethelkerk, Luton, door dhr. B.A. Ramsbottom, op maandag 4 november 2013.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|