Schriftgedeelte: Psalm 126. Ik gevoel dat hier een van de meest treffende overeenkomsten is van de gehele Schrift aangaande de weg waarin de Heere Zijn volk zegent. Hieraan denk ik: O HEERE, wendt onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden. De overeenkomst is een die zeer eenvoudig maar ook een die zeer treffend is. In het zeer hete, droge, dorre klimaat van het zuiden van Israël, zijn de stromen van het zuiden gedurende het droge seizoen niets anders dan rotsachtige rivierbeddingen - er is in het geheel geen spoor van water. En dan plotseling op een dag komt de regen, en de regens zijn buitengewoon zwaar, en maar niet in enkele uren, doch in enkele minuten of enkele momenten is er in die droge, rotsachtige bedding een onstuimige stortvloed en de stromen vloeien over de nabijliggende velden. Nu, dat is het beeld, namelijk de weg waarin de Heere kan handelen met de zaken van Zijn volk, hoe moeilijk ook, hoe onmogelijk ook en hoe spoedig, hoe onverwacht kan Hij het doen. Het hele punt waarom het gaat is, dat de mens helemaal niets kan doen. Er zijn altijd deskundigen geweest in irrigatie die de weg waarlangs de kleine stromen liepen, verplaatst hebben en al dit soort dingen meer, maar met deze droge, rotsachtige beddingen in het droge seizoen konden zij niets doen. Het is gewoonweg onmogelijk. “Het werk overtreft al de krachten van de natuur.” Welk een beeld van het geval waarin Gods volk zich bevindt! Misschien voelen sommigen van u vanavond, dat zij zich hierin bevinden, hetzij geestelijk of in de voorzienigheid. U zegt: “Mijn geval is hopeloos.” U zegt: “Het werk overstijgt alle natuurlijke krachten”. Maar God kan het doen en deze stromen moeten vanboven komen. Het is een Goddelijk werk, en zelfs letterlijk komt alles van omhoog, en het kan in een ogenblik gebeuren. Als u hiervan een Schriftuurlijk voorbeeld wilt: die vreselijke droogte van drie jaar en zes maanden. Toen Elía bad, na die wachtenstijd, werd de lucht plotseling, onverwacht zwart van de regen en er was de plasregen; er was een vloed. Het is Gods werk en het komt vanboven en Hij kan het plotseling doen, onverwacht, in een ogenblik. Dan verandert Hij alles van gedaante en brengt alles in orde. Ik ben er daarom zeker van dat u de zaak waarom het gaat, kunt zien als zeer schoon en zeer eenvoudig. De dingen waaraan ik denk, namelijk de toepassing ervan op onze gebedssamenkomst, ons land, de verschrikkelijke staat waarin we zijn, de rotsachtige rivierbeddingen, de onvruchtbaarheid, de goddeloosheid, de ongerechtigheid - in een ogenblik kan de Heere een verandering geven. In onze gebedssamenkomsten verwijzen verschillenden van u naar het verleden, hoe in de 18e eeuw Engeland geestelijk in een zeer schrikkelijke toestand was, en plotseling, onverwacht, was daar de prediking van Whitefield en verscheen Berridge plotseling in Bedfordshire en Venn in het noorden van Engeland en ook Grimshaw in het noorden van Engeland, en het gehele land werd van gedaante veranderd. Nu, deze God is onze God, eeuwiglijk en altoos. De tweede zaak, denkend over onze gebedssamenkomst, de staat van onze kerken en de onvruchtbaarheid, dan schijnt het woord gevangenis het te beschrijven. Er is veel gebondenheid in de toenadering tot God, zelfs bij degene die de Naam des Heeren kennen, liefhebben en vrezen. Zij schijnen geen vrijheid te hebben. “Wend opnieuw onze gevangenis.” Vanzelf, op een natuurlijke wijze werd hier gedacht aan Israël in Babel. Er was geen mogelijkheid dat zij ooit in vrijheid gesteld zouden kunnen worden. Plotseling, onverwacht, was daar die machtige koning, die machtige man Cyrus. Waarom? Wat was er de reden van? Hij vaardigde een besluit uit en hun gevangenis is in een ogenblik beëindigd. In een derde zaak, of u het hier nu zegt te “Bethel”, of dat u het wilt zeggen in uw eigen harten op een geestelijke wijze, maar verlangen wij niet naar deze uitstorting van omhoog, de uitstorting van de Geest van God? Wij lezen in Psalm 68:10, hoe de Heere een zeer milde regen zond, waardoor Hij Zijn erfenis sterkte, als zij mat geworden was. En dan ten vierde en ten slotte, wij hebben al die verschillende problemen, moeilijkheden, droefheden die overal in overvloed voorkomen en die zovelen onder u hebben op verschillende wijzen; u weet wat zij zijn. “Wanneer gij geen verlossing kunt zien”, en dan kan de Heere het in een ogenblik, plotseling, onverwacht doen. Het moet van omhoog komen. Wij kunnen het niet doen. Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen? Nu, de Heere kan het doen, maar als wij het niet kunnen doen, wij kunnen er wel om zoeken, erom vragen, erom smeken. Het is hier een gebed: O HEERE, wendt onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden. Deze meditatie werd gehouden in de “Bethel” kerk, Luton, door de heer B.A. Ramsbottom, op donderdag 9 mei 2013.
Comments are closed.
|
Meditaties
De meditaties op deze pagina zijn uitsluitend voor persoonlijk gebruik en mogen voor dat doel ook verspreid worden. Publicatie, in welke vorm ook, zonder onze toestemming is echter niet toegestaan! Predikanten
All
Archief
April 2021
Meld fouten
Mocht u taalfouten vinden, dan stellen wij het zeer op prijs dat u die aan ons doorgeeft!
|